1. Algemeen
1.1. Over deze handleiding
Deze handleiding omvat technische gegevens, instructies en toelichtingen die bijdragen aan het veilig gebruik van deze automaat. Lees
en begrijp alle instructies voordat u de automaat transporteert, installeert, in gebruik neemt, opnieuw opstart, bedient of onderhoudt.
1.2. Andere meegeleverde documentatie
Algemene informatie over extra componenten, zoals de pomp en de sensoren, is in deze handleiding opgenomen.
Als extra documentatie is geleverd, volg dan ook die instructies.
1.3. Het gebruik van Flamco producten
Overeenkomstig opdracht of uitvoering kan aanvullende documentatie zijn ingesloten. Volg de hierin vermelde instructies.
1.4. Nadere hulp en informatie
Neem contact op met uw leverancier voor extra diensten zoals:
•
Training.
•
Onderhoudsovereenkomsten.
•
Levering van onderdelen .
•
Reparaties en verbeteringen.
2. Veiligheid
2.1. Beoogd gebruik
De automaat is ontworpen voor het ontgassen en navullen van gesloten verwarmings- en koelsystemen. De automaat is
niet bedoeld voor het initieel vullen of opnieuw vullen van het systeem.
2.2. Belangrijke informatie
De automaat is uitgerust met veiligheidsvoorzieningen om lichamelijk letsel en beschadigingen te voorkomen.
Gebruik de automaat op de volgende wijze:
• Laat de installatie uitvoeren door gekwalifi ceerd personeel.
• Houd u aan de lokale wetgeving en richtlijnen.
• Voer geen modifi caties uit aan de automaat zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Flamco.
• Zorg ervoor dat alle deksels en fl enzen zijn gesloten wanneer de automaat wordt gebruikt.
• Raak geen spanningvoerende onderdelen aan. De sensorunits en de druksensoren werken met een extra lage veilig-
heidsspanning.
Flamco is niet aansprakelijk voor enig verlies als gevolg van het niet opvolgen van veiligheidsvoorschriften of het niet
naleven van standaard veiligheidsmaatregelen tijdens het uitvoeren van handelingen zoals het transporteren, installeren,
in gebruik nemen, opnieuw starten, bedienen, onderhouden, testen en repareren, zelfs indien dergelijke voorschriften niet
uitdrukkelijk in deze instructies zijn opgenomen.
2.3. Symbolen in deze handleiding
Duidt op een gevaar dat kan leiden tot licha-
melijk letsel inclusief de dood, milieuvervui-
ling en/of schade aan de automaat en aan
andere uitrusting.
Aarding
2.4. Specificaties
De automaat is ontworpen in overeenstemming met de norm EN 12828.
2.5. Veiligheidsvoorzieningen
De automaat bevat geen veiligheidsvoorzieningen die voorkomen dat de werkdruk en de werktemperatuur een bepaalde waarde
over- of onderschrijden. Onderdelen die de druk en temperatuur in het systeem begrenzen moeten derhalve worden geïnstalleerd.
4
ENA 7-30
Duidt op een elektrisch gevaar dat kan leiden tot
lichamelijk letsel inclusief de dood, milieuverontrei-
niging en/of schade aan de automaat en aan andere
uitrusting.
Belangrijke informatie.
2.5.1. Het voorkomen van een te hoge druk
Geschikte veiligheidsventielen die voorkomen dat de maximum werkdruk wordt overschreden:
•
Openen niet later dan wanneer de maximum toelaatbare werkdruk is bereikt;
•
Kunnen de volumestroom (inclusief het maximum toelaatbare navulvolume) binnen 110% van de maximum werkdruk
afvoeren;
•
Hebben hun betrouwbaarheid bewezen of zijn gecertificeerd.
.
Vernauw in- of uitlaatleidingen bij het veiligheidsventiel niet.
2.5.2. Het voorkomen van een te hoge temperatuur
Geschikte veiligheidsvoorzieningen:
•
Garanderen dat de werktemperatuur op geen enkele plaats in het systeem wordt overschreden;
•
Zijn getest en goedgekeurd op bedrijfsveiligheid. .
Activeer de druk- en temperatuurbeveiligingen en controleer regelmatig of deze correct werken.
2.6. Symbolen op de automaat
De symbolen op de automaat vormen onderdeel van de veiligheidsvoorzieningen. Bedek of verwijder de symbolen niet. Con-
troleer regelmatig of de symbolen aanwezig en leesbaar zijn. Vervang of herstel symbolen die onleesbaar of beschadigd zijn.
We reserve the right to change designs and technical specifications of our products.
Op de typeplaat kunt u de volgende productinformatie
vinden:
B
A Type van de automaat (ENA 7, 10, 20, 30)
B Serienummer van de automaat
C
C Toelaatbare werkdruk
D Toelaatbare systeemtemperatuu
D
Gebruik de automaat niet wanneer de
gegevens op de typeplaat afwijken van
A
de order.
NLD
5