7.7
De infraroodontvanger monteren
1.
Kies een locatie waar de infraroodontvanger (afb. , 1) zichtbaar is voor de afstandsbediening.
afb.
op pagina 11
2. Bevestig de infraroodontvanger met de geleverde dubbelzijdige tape.
7.8
Camera's elektrisch aansluiten
LET OP! Gevaar voor schade
Zorg ervoor dat de kabels en aansluitingen correct zijn aangesloten om een permanente en
probleemloze werking van de ingebouwde onderdelen te garanderen. Onjuist geplaatste
kabels en aansluitingen kunnen leiden tot storingen of schade aan de onderdelen.
Zorg ervoor dat de leidingen voor de klem 15 3 A, linker richtingaanwijzer, rechter richting-
aanwijzer, en achteruit zijn beveiligd aan de voertuigzijde met een zekering die niet hoger is
dan (afb. ). Als dit niet het geval is, moet een extra zekering worden gebruikt op het betref-
fende verbruikerspunt.
Als de aansluiting "MONITOR CTRL OUT" niet wordt gebruikt, moet het koperen uiteinde
worden geïsoleerd. De last van deze uitgang mag niet meer dan 150 mA bedragen.
INSTRUCTIE Leid de kabel van de camera zo dat de aansluiting van de camera en het verleng-
snoer makkelijk te bereiken zijn.
1.
Sluit het camerasysteem aan zoals weergegeven in het bedradingsschema (afb. ).
2. Bescherm de stekkerverbinding tussen de verlengkabel en de camera's elk met een O-ring en vulkaniseren-
de tape.
LET OP! Gevaar voor schade
Bevestig de O-ringen en vulkaniserende tape om de connectoren te beschermen tegen water
en te voldoen aan de IP67-afdichtingsvereisten.
INSTRUCTIE De vulkaniserende tape moet ten minste 10 cm lang zijn voor elke stekkerverbin-
ding.
afb.
op pagina 11
53