7
Er wordt een lijst weergegeven met
toegangspunten die zijn gevonden
tijdens het zoeken.
Selecteer onder aan de lijst
[Handmatige configuratie] en druk op
de knop <ENTER>.
8
Druk op de bladerknop
(SSID)] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <ENTER>.
9
Voer met behulp van het toetsenblok
met tien toetsen de SSID in die u hebt
gecontroleerd in stap 1.
Memo
● Symbolen zoals "_" (onderstrepingsteken) voert u in
via de toets *.
Opmerking
● Tekens zijn hoofdlettergevoelig. Voer deze juist in.
10
Nadat u de tekens hebt ingevoerd, drukt
u op de knop <ENTER>.
11
Druk op de bladerknop
[Beveiliging (Security)] te selecteren
en druk vervolgens op de knop
<ENTER>.
om [SSID
om
- 71 -
12
Selecteer het type beveiliging dat u hebt
gecontroleerd in stap 1.
Memo
● Standaard is [Uitgeschakeld (Disable)]
● Afhankelijk van het model van het toegangspunt,
wordt een combinatie van WPA-PSK/WPA2-PSK
mogelijk ondersteund. In dat geval selecteert u
WPA2-PSK.
Als WEP wordt geselecteerd, gaat u naar
Wanneer WEP wordt
Als WPA-PSK of WPA2-PSK wordt geselecteerd,
gaat u naar
"13-(2) Wanneer WPA-PSK of WPA2-
PSK wordt
geselecteerd:".
Memo
● Beveiligingsinstellingen (WPA-EAP/WPA2-EAP)
die gebruikmaken van een authenticatieserver
worden ook ondersteund, maar dit kan alleen
worden ingesteld vanaf het web. Voor meer
informatie raadpleegt u de "Gebruikershandleiding
(Geavanceerd)". Afhankelijk van de
beveiligingsinstellingen die worden geselecteerd
in stap 12, voert u hieronder de instellingen
van (1) of (2) in. Ga verder naar stap 14
wanneer [Uitgeschakeld] is geselecteerd.
(Om veiligheidsredenen raden wij de instelling
[Uitgeschakeld] niet aan.)
13
Wanneer WEP wordt geselecteerd:
-(1)
a) Druk op de knop <ENTER> op het
invoerscherm voor de WEP-sleutel.
Opmerking
● Er is geen instelling voor de WEP-sleutelindex.
De WEP-sleutelindex communiceert met het
toegangspunt als 1.
b) Voer als sleutel de WEP-sleutel in die is
ingesteld voor het toegangspunt waarmee u
verbinding wilt maken.
Memo
● Nadat u de sleutel hebt ingevoerd, wordt de
sleutel om veiligheidsredenen weergegeven als
"*"-symbolen.
Aansluiten op een computer
"13-(1)
geselecteerd:".
3