3. Kopiëren
Dit is handig bij het kopiëren van verschillende formaten originelen op hetzelfde formaat papier.
Om er zeker van te zijn dat het gewenste afdrukresultaat wordt geleverd, geeft u de richting van het
origineel op voordat u Automatisch verkleinen / vergroten gebruikt. Zorg ervoor dat de instelling van de
invoerrichting van het origineel overeenkomt met de werkelijke richting van uw origineel. Voor meer
informatie, zie de Kopieer- en Document Serverhandleiding.
De formaten en richtingen van het origineel die u met deze functie kunt gebruiken, zijn:
(voornamelijk in Europa)
A0 , A1
(voornamelijk in Noord-Amerika)
• Techniek
E (34 × 44) , D (22 × 34)
× 14
• Architectuur
E (36 × 48) , D (24 × 36)
• Overige velden
1
8
/
× 13 , 30 × 21 , 30 × 42
2
1.
Druk op [Autom. verkl./vergr.].
2.
Selecteer het papierformaat.
3.
Plaats het origineel en begin met scannen.
Gebruiker Automatisch R/E
Wanneer het origineel is geplaatst, wordt de afbeelding automatisch vergroot of verkleind en aan het
op voorhand opgegeven papierformaat aangepast.
• Deze functie kunt u niet in combinatie met de handinvoer gebruiken.
Met Gebruikerstools kunt u opgeven in welke mate elk origineel moet worden vergroot of verkleind.
60
, A2
, A3
, A4
, C (17 × 22)
, C (18 × 24)
,B1 JIS , B2 JIS
, B3 JIS
, B (11 × 17)
, B (12 × 18)
, B4 JIS
1
1
, A (8
/
× 11)
, 8
/
2
, A (9 × 12)
2