Inloggen op het apparaat
Wanneer het verificatiescherm wordt weergegeven
Als Basisverificatie, Windows-verificatie of LDAP-verificatie actief is, verschijnt het verificatiescherm op
het display. Het apparaat kan pas worden gebruikt nadat u uw eigen Log-in gebruikersnaam en Log-in
wachtwoord heeft ingevoerd. Als Gebruikerscode verificatie actief is, kunt u het apparaat pas gebruiken
wanneer u de gebruikerscode heeft ingevoerd.
Als u dit apparaat kunt gebruiken, wil dat zeggen dat u ingelogd bent. Wanneer u het apparaat niet
langer kunt gebruiken, dan betekent het dat u bent uitgelogd. Zorg ervoor dat u ook weer uitlogt, om te
voorkomen dat iemand het apparaat gebruikt zonder daarvoor bevoegd te zijn.
• Vraag aan de gebruikersbeheerder naar de Log-in gebruikersnaam, Log-in wachtwoord en de
Gebruikerscode. Voor meer informatie over gebruikersverificatie, zie de Beveiligingshandleiding.
• De Gebruikerscode die moet worden ingevoerd bij Gebruikerscode verificatie is de
cijfercombinatie geregistreerd in het Adresboek als "Gebruikerscode".
Gebruikerscodeverificatie via het bedieningspaneel
Als de Gebruikerscodeverificatie actief is, verschijnt er een scherm waarin u gevraagd wordt een
gebruikerscode in te voeren.
1.
Voer een gebruikerscode in (maximaal 8 cijfers) en druk dan op [OK].
Inloggen via het bedieningspaneel
In deze paragraaf wordt de procedure beschreven voor het inloggen op het apparaat wanneer
Basisverificatie, Windows-verificatie of LDAP-verificatie ingesteld is.
Inloggen op het apparaat
43