Probleem en alarmcode
De overstromingsbeveiliging is inge‐
schakeld.
•
Het indicatielampje
herhaaldelijk drie keer.
•
Geluidssignaal klinkt herhaaldelijk
drie keer.
Storing van de waterniveaudetectie‐
sensor.
•
Het indicatielampje
herhaaldelijk vier keer.
•
Geluidssignaal klinkt herhaaldelijk
vier keer.
Storing van de waspomp of de afvoer‐
pomp.
•
Het indicatielampje
herhaaldelijk vijf keer.
•
Geluidssignaal klinkt herhaaldelijk
vijf keer.
De temperatuur van het water in het
apparaat is te hoog of er is een storing
in de temperatuursensor opgetreden.
•
Het indicatielampje
herhaaldelijk zes keer.
•
Geluidssignaal klinkt herhaaldelijk
zes keer.
Technische storing van het apparaat.
•
Het indicatielampje
herhaaldelijk 12 keer.
•
Geluidssignaal klinkt herhaaldelijk
12 keer.
Het niveau van het water in het appa‐
raat is te hoog.
•
Het indicatielampje
herhaaldelijk 15 keer.
•
Geluidssignaal klinkt herhaaldelijk
15 keer.
Het apparaat stopt en begint meerde‐
re keren tijdens de werking.
Mogelijke oorzaak en oplossing
•
Draai de waterkraan dicht.
•
Controleer of het apparaat correct geïnstal‐
leerd is.
knippert
•
Controleer of de korven zijn geladen volgens
de instructies in de gebruikershandleiding.
•
Controleer of de filters schoon zijn.
•
Schakel het apparaat uit en aan.
knippert
•
Schakel het apparaat uit en aan.
knippert
•
Controleer of de temperatuur van het toege‐
voerde water niet hoger is dan 60 °C.
•
Schakel het apparaat uit en aan.
knippert
•
Schakel het apparaat uit en aan.
knippert
•
Schakel het apparaat uit en aan.
•
Controleer of de filters schoon zijn.
•
Controleer of de afvoerslang op de juiste
knippert
hoogte boven de vloer is geïnstalleerd. Raad‐
pleeg de installatie-instructies.
•
Dat is normaal. Het zorgt voor optimale reini‐
gingsresultaten en energiebesparing.
NEDERLANDS
23