Download Print deze pagina

Bosch WH 290-450 LP1 Installatie- En Onderhoudshandleiding pagina 42

Advertenties

Montage
5
Montage
5.1
Opstellingsruimte
OPMERKING:
Schade aan de installatie door onvoldoende draagkracht van het
opstellingsvlak of door een ongeschikte ondergrond!
▶ Waarborgen dat het opstellingsvlak vlak is en voldoende draagkracht
heeft.
▶ Stel de boiler in een droge en vorstvrije binnenruimte op.
▶ Plaats de boiler op een sokkel wanneer het gevaar bestaat,
dat op de opstellingsplaats water op de vloer kan druppelen.
▶ Respecteer de minimale afstanden in de opstellingsruimte
( afb. 11, pagina 58).
▶ De boiler met de voeten verticaal uitlijnen.
5.2
Installatie
Voorkomen van warmteverlies door natuurlijke circulatie:
▶ Monteer in alle boilercircuits terugslagkleppen.
-of-
▶ Buizen die rechtstreeks op de boiler worden aangesloten, zodanig
uitvoeren dat natuurlijke circulatie niet mogelijk is.
▶ Monteer de aansluitleidingen zonder mechanische spanningen.
5.2.1
Circulatie
Aansluiting van een circulatieleiding:
▶ Bouw een voor drinkwater toegelaten circulatiepomp en een
terugslagklep in.
Geen aansluiting van een circulatieleiding:
▶ Sluit en isoleer de aansluiting.
De circulatie is, rekening houdend met de koelverliezen, alleen met een
tijd- en/of temperatuurgestuurde watercirculatiepomp toegestaan.
De dimensionering van circulatieleidingen conform DVGW werkblad W
553 vastleggen. Houd de speciale instructies conform DVGW W 511
aan:
• Temperatuurdaling maximaal 5 K
Voor het eenvoudig aanhouden van het maximale temperatuurverval:
▶ Regelventiel met thermometer inbouwen.
5.2.2
Aansluiting aan cv-zijde
▶ Sluit de aanvoer boven en retour onder op de warmtewisselaar aan.
▶ Vulleidingen zo kort mogelijk uitvoeren en goed isoleren. Daardoor
worden onnodige drukverliezen en het afkoelen van de boiler door
buiscirculatie en dergelijke voorkomen.
▶ Op de hoogste positie tussen boiler en verwarmingstoestel, ter ver-
mijding van storingen door luchtinsluiting, een doeltreffende ont-
luchting (bijvoorbeeld ontluchtingsdeksel) voorzien.
▶ Aftapkraan in de vulleiding inbouwen.
Via deze moet de warmtewisselaar kunnen worden afgetapt.
42
5.2.3
Waterzijdig aansluiten
OPMERKING:
Schade door contactcorrosie aan de boileraansluitingen!
▶ Bij aansluiting aan de drinkwaterkant in koper: aansluitfitting van
messing of rood messing gebruiken.
▶ De aansluiting op de koudwaterleiding conform DIN 1988-100 en ge-
bruik makend van geschikte afzonderlijke armaturen of een complete
inlaatcombinatie maken.
▶ Het typegoedgekeurde overstortventiel moet minimaal de volu-
mestroom kunnen uitblazen, die door de ingestelde volumestroom
op de koudwateringang wordt begrensd ( hoofdstuk 6.2 op
pagina 44).
▶ Het typegoedgekeurde overstortventiel moet zodanig zijn ingesteld,
dat het overschrijden van de toegestane boilerbedrijfsdruk wordt
voorkomen.
▶ De afblaasleiding van het overstortventiel moet in een vorstvrij ge-
bied via een afwatering uitmonden. De diameter van de afblaaslei-
ding moet ten minste overeenstemmen met de diameter van de
uitgang van het overstortventiel.
OPMERKING:
Schade door overdruk!
▶ Wanneer een terugslagklep wordt gebruikt: het overstortventiel tus-
sen de terugslagklep en de boileraansluiting (koud water) monteren.
▶ Afblaasopening van het overstortventiel niet afsluiten.
▶ In de buurt van de afblaasleiding van het overstortventiel een waar-
schuwingsbordje met de onderstaande tekst aanbrengen: "Tijdens
het verwarmen kan op veiligheidstechnische gronden water uit de af-
blaasleiding komen! Niet afsluiten!"
Wanneer de statische druk van de installatie 80 % hoger wordt dan de
openingsdruk van het overstortventiel:
▶ Drukreduceerder voorschakelen.
WH 290-450 LP1 – 6720872574 (2021/12)

Advertenties

loading