30935_AVR145_Nederl
05/12/06
Bediening
Details over de bediening van een iPod met
en een AVR afstandsbediening vindt u
in
.
De bedieningsorganen op de voorzijde kunnen
worden gebruikt voor een beperkt aantal functies
van de iPod. Druk op RDS select button ^
voor weergave of pauze van het lopende num-
mer. Tuner Keuze ) is voor achteruit zoeken
(linker zijde van de toets) of vooruitzoeken (rech-
ter zijde). Druk op Afstembereik ! om het
menu van de iPod op te roepen. Druk op Preset
Stations Selector # om te scrollen en op
Set @ om te kiezen.
Instelling Uitgangsniveau
Het normale weergaveniveau van de AVR wordt
ingesteld met behulp van het testsignaal, als
beschreven op pagina 26. In sommige gevallen
echter, is het wenselijk om de weergaveniveaus
aan te passen aan de diverse programma's waar
u bekend mee bent. Verder kunnen de weergave
niveaus voor de subwoofer en de Stereo functies
alleen maar via deze procedure aangepast
worden.
Om de weergaveniveaus aan programma's aan
te kunnen passen, dient eerst de surroundfunctie
waarin u de luidsprekers wilt afstellen (zie
opmerking hieronder) gekozen te worden. Start
vervolgens het door u gekozen programma en
stel, met volume d het referentie niveau voor
de front luidsprekers links en rechts in.
Als het referentieniveau eenmaal is ingesteld,
drukt u op kanaalkeuze C Ù waarop
verschijnt in de display
FRONT L LEVEL
Ò. Om het niveau te veranderen drukt u eerst
op instellen F@ en vervolgens gebruikt u
de insteltoetsen 7 of
niveau te verhogen of te verlagen. Gebruik NIET
de volumeregelaar, want dit zal de referentie
instelling wijzigen. Druk op de toets instellen
F @, zodra de wijziging doorgevoerd is en
druk vervolgens op de insteltoetsen 7 of
D om de locatie van zonodig een ander
⁄
/
¤
kanaal dat u wenst aan te passen, te kiezen. Om
het niveau van de subwoofer aan te passen,
drukt u op de insteltoetsen 7 of
tot de aanwijzing
WOOFER LEVEL
display Ò of op de in-beeld display verschijnt
(alleen van toepassing indien de subwoofer
geactiveerd is).
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal in
de display Ò en in beeld verschijnt, op in-
stellen F@ en volg de instructies op.
Herhaal deze procedure zonodig om alle kanalen
in te stellen. Wanneer alle instellingen zijn
gemaakt en gedurende vijf seconden worden
geen correcties meer gemaakt keert de AVR terug
naar normaal gebruik.
36 BEDIENING
11:19
Side 36
De kanaaluitgang gekoppeld aan welke ingang
dan ook, kan ook aangepast worden m.b.v. het
menu systeem 'volledig in-beeld display'. Stel
allereerst met volume ıd op een plezierig
geluidsniveau in. Druk vervolgens op in-beeld
display L om in het hoofdmenu
(Afb.1) te komen. Druk daarna driemaal
MENU
D tot de in-beeld cursor ➞ op de regel
op
¤
MANUAL ADJUST
om het
MANUAL ADJUST
en gebruik
CHANNEL ADJUST
F om het
gaan.
Afbeelding 12
Zodra het menu verschijnt wordt het testsignaal
uitgeschakeld. Op die manier kan ook een exter-
ne test-CD of ander bronmateriaal als testsignaal
worden gebruikt. Gebruik vervolgens
om de kanalen te kiezen die u wilt corrigeren.
Gebruik bij elk kanaal de
om het uitgangsniveau te wijzigen.
Onthoud wanneer u een disc met een testsignaal
gebruikt (b.v. roze ruis) of een externe testgene-
rator, dat het er om gaat alle kanalen op de luis-
terpositie met gelijke sterkte te horen, ongeacht
welke surround functie is gekozen. Gebruikt u
D om het
⁄
/
¤
een gewone disc met muziek als testsignaal dan
kunt u het niveau van elk kanaal naar eigen
inzicht instellen, en u kunt bijvoorbeeld het cen-
trum kanaal wat zachter zetten of de achter
kanalen wat luider omdat u deze in bepaalde
omstandigheden wat te zacht vindt.
Wanneer u alle niveaus terug wilt zetten in de
fabrieksinstelling en 0 dB offset, drukt u op
D tot de in-beeld cursor naast
D
/
⁄
¤
/
⁄
¤
CHANNEL RESET
in de
Ea zodat
/
‹
›
niveaus zijn teruggezet hervat u de procedure om
de gewenste niveau instellingen te maken.
Wanneer alle aanpassingen gerealiseerd zijn,
drukt u op
naar de positie
(terug naar menu) te verplaatsen, en druk om in
het hoofdmenu andere aanpassingen te maken
op instellen F. Indien u geen verdere aan-
passingen wenst te maken, dan drukt u op de
toets in-beeld display L om het menu-
systeem te verlaten.
MASTER
staat. Druk op Set F
menu te activeren
D om naar de regel
/
⁄
¤
te gaan. Druk op Set
submenu te
CHANNEL ADJUST
D
/
⁄
¤
Ea toetsen
/
‹
›
staat en u drukt op
(aan) oplicht. Nadat de
O N
D om de cursor ➞ in beeld
/
⁄
¤
BACK T O MASTER MENU
Opmerking: de uitgangsniveaus kunnen voor
iedere digitale en analoge surroundfunctie afzon-
derlijk ingesteld worden. Indien u andere niveaus
voor een specifieke functie wenst, kies dan die
functie en volg stapsgewijs bovengenoemde
instructies.
Voor de stereofuncties is de boven omschreven
procedure de enige manier om het uitgangsni-
veau in te stellen en gelijk te maken aan de
andere functies.
Dimmer
Daar de AVR vaak gebruikt zal worden bij het
bekijken van films of videoprogramma's en met
gedimd licht, kan het wenselijk zijn de lichtsterk-
te van de display en de indicaties op de voorzijde
te dimmen zodat zij het kijken niet storen. U kunt
de displays dimmen als aangegeven op pagina
37, of de lichtsterkte direct met de afstandsbe-
diening regelen.
Druk eenvoudig op Dimmer g om het front
tot de helft van de normale sterkte te dimmen;
nogmaals indrukken om de displays uit te scha-
kelen. Denk er aan dat wanneer de displays
gedimd of uitgeschakeld zijn, de blauwe verlich-
ting rond Standby/In 2 verlicht blijft om aan
te geven dat de AVR nog aan staat.
Denk er aan dat alle wijzigingen van de verlich-
ting tijdelijk zijn; de displays keren terug naar
normale sterkte zodra de AVR uit en weer inge-
schakeld wordt. Om zonder uitschakelen naar de
normale sterkte terug te keren drukt u zo vaak
op Dimmer g als nodig is om weer de nor-
male sterkte te bereiken.
Naast het dimmen of uitschakelen van de dis-
plays kan de display automatisch weer oplichten
zodra een toets op de afstandsbediening of de
voorzijde wordt ingedrukt, om na een vaster
periode weer te doven. U doet dat door de juiste
instellingen te maken op de regel
VFD FADE
van het
TIME OUT
SYSTEM SETUP
als aangegeven op pagina 37.
Geheugenbeveiliging
Dit product is uitgerust met een geheugenbeveili-
ging die de opgeslagen zenders van de tuner en
de systeemconfiguratie vasthoudt als het appa-
raat helemaal wordt uitgeschakeld, de stekker uit
het stopcontact wordt genomen of wanneer de
netspanning uitvalt. Dit geheugen blijft ca.
2 weken behouden; daarna dient alle informatie
opnieuw te worden ingevoerd.
men,