30935_AVR145_Nederl
05/12/06
Systeemconfiguratie
Om een van de afzonderlijke luidspreker posities
direct te wijzigen drukt u op Luidsprekerkeuze
Z en dan op
D om de gewenste
/
⁄
¤
positie te kiezen zodra de naam in beeld en in de
onderste regel van de display Ò verschijnt.
Wanneer de naam van de luidsprekerpositie die u
wilt corrigeren verschijnt, drukt u binnen 5
seconden op Set p. Druk op
de gewenste vertraging voor die luidspreker in te
voeren en druk op Set p om deze vast te leg-
gen. Dan kunt u met
⁄
positie te kiezen, of wacht vijf seconden waarna
het systeem naar normaal gebruik terugkeert.
De vertraging kan op elk moment tijdens het
kijken via de afstandsbediening worden
gecorrigeerd door op Vertraging Z.
Om een van de afzonderlijke luidspreker posities
direct te wijzigen drukt u op Luidsprekerkeuze
Z en dan op
D om de gewenste
⁄
/
¤
positie te kiezen zodra de naam in beeld en in de
onderste regel van de display Ò verschijnt.
Wanneer de naam van de luidsprekerpositie die u
wilt corrigeren verschijnt, drukt u binnen
5 seconden op Set p. Druk op
om de gewenste vertraging voor die luidspreker
in te voeren en druk op Set p om deze vast te
leggen. Dan kunt u met
andere positie te kiezen, of wacht vijf seconden
waarna het systeem naar normaal gebruik
terugkeert.
Instellen uitgangsniveau
Het instellen van de uitgangsniveaus is een
belangrijk onderdeel van het configuratieproces
bij een surround sound product. Het is in het bij-
zonder belangrijk bij een Dolby Digital ontvanger
als de AVR, aangezien de juiste uitgangssignalen
ervoor zorgen dat het filmgeluid met de juiste
richting en intensiteit wordt weergegeven.
Opmerking: iuisteraars zijn vaak onzeker over
werking van de surround kanalen. Sommigen
menen dat er altijd geluid uit alle luidsprekers
moet komen, terwijl er juist voor het merendeel
van de tijd weinig of geen geluid uit de surround
kanalen komt. Dat komt omdat ze alleen ge-
bruikt worden wanneer een regisseur of geluids-
technicus daar specifiek een geluid toevoegt om
een klankbeeld te creëren, een geluidseffect of
een actie te laten bewegen van het front van de
kamer naar de achterzijde. Wanneer de uitgangs-
niveaus correct zijn ingesteld, is het normaal dat
de surround luidsprekers slechts zo nu en dan
actief zijn.
Het volume van de achter luidsprekers extra ver-
hogen kan juist de illusie van een omringend
klankbeeld teniet doen, in afwijking van de
manier waarop het geluid in een bioscoop of
concertzaal wordt ervaren.
26 SYSTEEMCONFIGURATIE
11:19
Side 26
Wanneer u het systeem al gekalibreerd heeft met
EzSet zijn de aangegeven niveau instellingenhet
resultaat van metingen van EzSet. Er zijn geen
verdere correcties nodig tenzij u een specifiek
item wilt veranderen vanwege smaak of een niet-
standaard systeemconfiguratie.
BELANGRIJK: het uitgangsniveau kan apart wor-
Ea om
‹
/
›
den ingesteld voor elke digitale en analoge sur-
round functie. Daarmee kunnen niveauverschillen
tussen de luidsprekers gecompenseerd worden, en
D om een andere
/
¤
tevens kunnen verschillen afhankelijk van de geko-
zen surround functie, of het niveau van bepaalde
luidsprekers naar eigen inzicht verhoogd of ver-
laagd worden. Denk er aan instellingen die
gemaakt zijn voor een surround functie ook effec-
tief zijn voor alle ingangen die gerelateerd zijn aan
die surround functie.
Voor het instellen van de uitgangsniveaus er voor
zorgen dat alle luidsprekers correct zijn aan-
gesloten.
Voor een gemakkelijke opzet volgt u onderstaan-
de aanwijzingen vanuit de meest gebruikte luis-
terpositie:
Ea
/
‹
›
1. Controleer of alle luidsprekers op de juiste
manier zijn geconfigureerd op LARGE en
D om een
/
⁄
¤
SMALL als eerder beschreven en schakel zono-
dig de in-beeld display uit.
2. Stel het volume zo in dat
geven, als aangegeven in de in-beeld display
en de display Ò.
3. Kies een willekeurige ingang die gekoppeld is
aan de surround functie waarvan u het uit-
gangsniveau wilt veranderen. Vergeet niet
dezelfde correcties te maken met alle andere
surroundfuncties gecombineerd met de
gebruikte ingangen.
4. Handinstelling is het gemakkelijkst via het
CHANNEL ADJUST
menu (Afb. 12). Staat het hoofdmenu nog in
beeld druk dan op
cursor naast
niet in het hoofdmenu, druk dan op in-beeld
display L om het
1) op te roepen en druk vervolgens driemaal
op, zodat de
gangsniveaus staat. Druk op instellen F
om het
F om het
roepen (afbeelding 8) en ga naar beneden tot
de cursor ➞ op de regel
ADJUST
wordt aange-
15
(kanaal corrigeren)
D tot de in-beeld ➞
¤
staat. Bent u
MANUAL SETUP
(Afb.
MASTER MENU
D cursor u op de regel uit-
¤
line. Druk op Set
MANUAL SETUP
menu op te
MANUAL SETUP
CHANNEL
staat en druk op Set F.
Afbeelding 12
Wanneer het
CHANNEL ADJUST
het eerst verschijnt, is het testsignaal uitgescha-
D om een kanaal voor
keld. Gebruik
/
⁄
¤
correctie te kiezen met een externe bron, zoals
een testdisc, om de uitgangsniveaus te beoorde-
len. Wanneer de cursor ➞ op de regel van het te
corrigeren kanaal staat drukt u op
/
‹
›
om het niveau te verhogen of te verlagen.
Voordat u zelf gaat instellen, raden we u aan
eerst de ingebouwde testtoongenerator van de
AVR te gebruiken die automatisch een signaal
naar alle kanalen stuurt om te controleren of alle
luidsprekerverbindingen correct zijn gemaakt.
5. Schakel de testtoon in en laat deze automa-
tisch over de kanalen circuleren over de kana-
len waarvan voorheen luidsprekers zijn gecon-
figureerd (zie pagina 22). Druk nu op
D tot de cursor ➞ op de regel
TEST
in het menu staat. Druk dan op
TONE SEQ
Ea tot
/
wordt aangegeven.
‹
›
AUTO
Op dat moment start ook het testsignaal, cir-
culeert rechtsom door de kamer, laat elke luid-
spreker twee seconden horen en schakelt naar
de volgende luidsprekerpositie. De cursor ➞
knippert naast de actieve luidspreker om aan
te geven van welke luidspreker u signaal dient
te horen.
BELANGRIJK: omdat dit testsignaal een veel
lager niveau heeft dan normale muziek dient u
het volume, na de instelling van alle kanalen,
terug te nemen. Het juiste volume dient weer
hersteld te zijn VOORDAT u terugkeert in het
hoofdmenu en het testsignaal uitgeschakeld
wordt.
Opmerking: vergeet niet te controleren of de
luidsprekers correct zijn aangesloten. Terwijl het
testsignaal rond gaat controleert u of het geluid
ook werkelijk komt van de luidspreker die in de
display Ò wordt aangegeven. Zou dat bij een
luidspreker niet kloppen, schakel de AVR dan uit
met de netschakelaar 1 en controleer de luid-
sprekeraansluitingen en eventuele verbindingen
naar externe versterkers om er zeker van te zijn
dat alle luidsprekers met de juiste kanalen zijn
verbonden.
6. Nadat u de luidsprekerposities gecontroleerd
heeft, laat u het testsignaal weer rondgaan en
luistert u of een kanaal luider klinkt dan de
andere. Met de front luidspreker links als refe-
D op de afstandsbe-
rentie drukt u op
/
⁄
¤
menu voor
Ea
⁄
/
¤