ONDERHOUD
DE INGEBOUWDE ACCULADER GEBRUIKEN
BELANGRIJK: Zorg voordat u gaat opladen,
dat de laderinstellingen juist zijn voor het
accutype dat u gebruikt (Zie het hoofdstuk
INSTELLINGEN INGEBOUWDE ACCULADER).
1. Rijd de machine naar een vlakke, droge
ondergrond.
OPMERKING: Controleer of de ruimte goed
geventileerd is.
2. Zet de machine uit via het CONTACTSLOT.
VOOR UW VEILIGHEID: Parkeer de machine
op een vlakke ondergrond, zet de motor af en
trek de sleutel uit het contact voordat u de
machine achterlaat of er onderhoud aan
verricht.
3. Kantel de bestuurdersstoel naar voren en zet
hem vast om de stoel omhoog te houden.
WAARSCHUWING: Accu's geven
waterstofgas af. Dit kan explosies of
brand veroorzaken. Houd vonken en
open vuur uit de buurt. Houd de kappen
open bij het opladen.
4. Steek de opladeraansluiting in de
accu- aansluiting.
34
5. Als u op de pijlknop op de lader drukt, kunt u
de volgende informatie bekijken
Drie cijfers + de volgende code:
A = oplaadspanning
U = accuvoltage
h = oplaadtijd
C = ladende ampère- uren [Ah]
E = gebruikte energie [Kwh]
6. Druk op de pijltjestoets om de codes te
herzien.
Zodra de oplaadcyclus begint, gaan
indicatielampjes branden en veranderen van rood
via geel naar groen. Als het indicatielampje groen
wordt, is de oplaadcyclus voltooid. Haal de
laderkabel uit het stopcontact.
Als de lader een probleem detecteert, geeft hij
een foutcode weer (Zie het hoofdstuk
FOUTCODES INGEBOUWDE ACCULADER).
T7+ 9013328 (04- 2016)