BEDIENING
STROOMONDERBREKERS
De stroomonderbrekers beveiligen de
stroomcircuits tegen overbelasting; ze kunnen
steeds opnieuw worden ingesteld. Wanneer een
circuit overbelast raakt, wordt de stroomtoevoer
onderbroken. Als een stroomonderbreker in
werking is gezet, laat deze eerst afkoelen en druk
vervolgens op de reset- knop om de
stroomonderbreker manueel te resetten.
Wanneer het circuit nog steeds overbelast is, blijft
de stroomonderbreker uitgeschakeld totdat het
probleem is verholpen.
De stroomonderbrekers bevinden zich in het
accu- compartiment naast de urenteller.
Hieronder vindt u een overzicht van de
verschillende stroomonderbrekers en de circuits
die ze beveiligen:
Toelaat-
Stroomonder-
baar
breker
vermogen Beveiligd circuit
Stroomonder-
5 A
breker 1
Stroomonder-
15 A
breker 2
Circuit
Breaker
Rating
CB1
5 A
Instrument Panel - power
CB2
15 A
22
Bedieningspaneel
- vermogen
Accessoires
Circuit Protected
Accessories
ZEKERINGEN
De zekering is een eenmalige
veiligheidsvoorziening om de stroomtoevoer te
stoppen wanneer een van de stroomcircuits
overbelast raakt. De 100 A zekering bevindt zich
in het accu- compartiment naast de urenteller. Dit
beschermt het aandrijfmotor- circuit.
OPMERKING: Vervang een doorgebrande
zekering altijd door een zekering met een gelijke
ampèrewaarde.
SCHAKELAAR ZWAAILICHT (OPTIONEEL)
Met de Zwaailichtschakelaar kunt u het optionele
zwaailicht aan- en uitzetten.
T7+ 9013328 (08- 2014)