7.
Voer de kode in en sluit af met de Ja-toets. Zie het kader
"Wat is niet toegestaan bij het programmeren van een
kode" om te zien wat niet mag bij het programmeren van
kodes.
8.
Voer ter controle deze nieuwe kode nog een keer in en sluit
af met de Ja-toets.
9.
U kunt hier aangeven welke systemen een gebruiker mag
bedienen. Standaard is dit systeem 1. In een enkel systeem
wordt alleen S1 getoond.
In dit geval heeft de kode van de hoofdgebruiker toegang tot
2 systemen.
10.
De '1' en de '*' knipperen.
Voeg de '2' toe door een 2 in te voeren en te accepteren.
11.
Als de gewenste systemen correct zijn, dan drukt u de Ja-
toets.
12.
Druk de Ja-toets om de mogelijkheden of opties van de
kodes te wijzigen.
13.
Gebruiker 10 is een standaard gebruiker. Zie voor een
verklaring van de opties het kader "Gebruiker Opties".
De 'Ok' knippert. Zoek de optie 'Gi' op door middel van de
'# # # # ' toets om gedeeltelijk in te kunnen schakelen.
14.
'Gi' is zichtbaar. Druk de Ja-toets om deze toe te voegen.
15.
Rechts knippert nu 'OK'. Gebruiker 2 is nu een extra
gebruiker. Druk op de toets '# # # # ' totdat 'Ob' rechts in het
display verschijnt.
Nw. Kode
****
1
2
3
4
5
7
7
8
9
kode + ! ! ! !
0
Herhaal
****
1
2
3
4
5
7
7
8
9
kode + ! ! ! !
0
S1S*
1
2
3
4
5
7
7
8
9
! ! ! !
0
S1S*
1
2
3
4
5
7
7
8
9
2 + ! ! ! !
0
S1S2
1
2
3
4
5
7
7
8
9
! ! ! !
0
Opties
1
2
3
4
5
7
7
8
9
! ! ! !
0
010 ViUsOb
Ok
1
2
3
4
5
7
7
8
9
# # # #
0
010 ViUsOb
Gi
1
2
3
4
5
7
7
8
9
! ! ! !
0
010 ViGiUsOb
Ok
1
2
3
4
5
7
7
8
9
# # # #
0
Voor vervolg, zie volgende pagina....