Een sleutelschakelaar is een mechanische schakelaar, waarmee men het systeem kan in- en uitschakelen.
Men hoeft geen gebruik te maken van kodes.
Bij een alarm of een storing verschijnt de informatie direct op het display.
1.
Ga naar de sleutelschakelaar. Controleer of de led
"Systeem OK" aan is. Als deze led uit is, kijk dan naar het
bediendeel of er een storing is.
Als er een storing in het display verschijnt, zie dan de lijst
met teksten op pagina 102e. Anders staat er in het display
'Systeem Uit' of de tijd en de datum.
2.
Schakel het systeem in door de sleutelschakelaar naar de
AAN-stand te draaien.
Als u niet kunt inschakelen doordat er zones open staan,
dan verschijnt automatisch de tekst 'Open Zone(s)' in het
display. Vervolgens worden alle open zones getoond die een
inschakeling belemmeren.
In dit voorbeeld is zone 3, de hal nog niet gesloten.
Controleer deze zone of gebruik een kode om deze zone te
overbruggen (zie pagina 20).
Zijn alle zones gesloten, dan kunt u terug gaan naar de
sleutelschakelaar.
3.
Draai de sleutelschakelaar terug naar de UIT-stand indien
uw sleutelschakelaar een aparte stand heeft voor
inschakelen en uitschakelen.
De led "Systeem OK" is nu aan. Is dit niet het geval, dan is
er in het systeem een storing aanwezig. In het display van
het bediendeel staat de storing vermeld. Waarschuw
eventueel de hoofdgebruiker of de installateur.
4.
Het systeem kan nu inschakelen. Draai hiervoor de
sleutelschakelaar naar de AAN-positie.
De pieper begint te piepen, ten teken dat de uitlooptijd
gestart is. Verlaat nu het pand.
De led "Systeem AAN" is nu aan, ten teken dat het systeem
ingeschakeld is.
In het display staat 'Systeem Aan' of 'Gedeeltelijk In'.
I
NSCHAKELEN VIA DE SLEUTELSCHAKELAAR
(volledig of gedeeltelijk inschakelen)
OK
Systeem Uit
AAN
Open Zone(s)
003 Hal
Alles Gesloten
UIT
OK
AAN
Pieeep
Aan
Systeem Aan