NHOUDSTABEL Inleiding..............5 Hoe te programmeren ........... 7 Het systeem in de programmeerstand brengen8 Terug naar fabrieksinstellingen...... 8 De programmeer volgorde ......9 De programmeerstand verlaten....10 De kiezer............. 10 Andere handleidingen ......... 10 CD72 overzicht van de programmering ..... 11 Selecteren van een programmeerlijn...
NLEIDING Deze programmeerhandleiding bestaat uit een overzicht van alle programmeerlijnen van de CD7201. Er wordt gebruik gemaakt van een menu structuur voor het zoeken speciale opties in de programmeer mode. Verder is er een overzicht van de programmering bijgevoegd om op een snelle manier tot de gewenste optie te geraken.
Hoe te programmeren Neem de tijd om vertrouwd te raken met het overzicht van de programmering welke u in deze handleiding terugvindt. De meest gebruikte instellingen zijn reeds vanuit de fabrieksinstelling geprogrammeerd. Voordat u een optie in de programmering wijzigt is het daarom raadzaam om eerst te controleren wat de standaardinstelling is.
Het systeem in de programmeerstand brengen Voordat u een nieuw systeem gaat programmeren is het raadzaam het systeem in de fabrieksinstelling terug te brengen. Zie ook het volgende hoofdstuk. Om het systeem in de programmeerstand te brengen dient u de volgende stappen te nemen: 1.
Mochten standaardkodes niet geldig zijn, dan was het systeem voorzien van de installateursblokkering. Als u de instaIlateurskode niet kunt achterhalen, dan kan het systeem alleen nog ter reparatie worden aangeboden. Via de programmering. Deze methode is ook bruikbaar indien de installateursblokkering actief is. Ga hiervoor als volgt te werk: Indien u in de programmeerstand staat, maar het bediendeel waarvan u gebruik maakt is niet bediendeel 1, verlaat dan de programmeerstand.
Programmeer de zones op enkel lus indien gewenst. (menu 4) Programmeer de uitgangen met de benodigde functies. (menu 5) Programmeer de tijden (in/uitloop, sirene, datum, tijd etc.). (menu 2) Programmeer de overige opties (menu overige of extra opties in de andere menu’s). (menu 2 - 9) Ga naar het menu onderhoud en test de zones en de uitgangen.
CD 72 overzicht van de programmering Het volgende overzicht geeft weer welke programmeerlijnen beschikbaar zijn in het CD72 controlepaneel. Selecteren van een programmeerlijn Er zijn twee mogelijkheden beschikbaar om een bepaalde programmeerlijn te selecteren: 1. Gebruik het bediendeel om door de verschillende programmeerlijnen te bladeren (stap-voor-stap methode).
Pagina 10
Pagina 12 Programmeerhandleiding voor de CD7201 CD7201 - II /v6p - 1-10-96...
Pagina 11
Programmeerhandleiding voor de CD7201 Pagina 13 CD7201 - II /v6p - 1-10-96...
Pagina 12
Pagina 14 Programmeerhandleiding voor de CD7201 CD7201 - II /v6p - 1-10-96...
Pagina 13
Programmeerhandleiding voor de CD7201 Pagina 15 CD7201 - II /v6p - 1-10-96...
Pagina 14
NHOUDSOPGAVE 4.4. Programmeer de zonenaam......32 1. Onderhoudsmenu ........... 19 4.5. Programmeer de zones voor dual (dubbellus) 32 1.1. Toon het Installateursgeheugen ..... 19 5. Programmeer de uitgangen en remotes ..34 1.2. Test de uitgangen .......... 19 1.3. Toon de open zones........19 5.1.
Pagina 15
7.4.4. Installateursreset na alarm of sabotage .. 45 7.4.5. Wis installateursreset ......45 7.5. Menu voor waarschuwingen ......45 7.5.1. Activeer de zoemer bij uitval van de netspanning ............. 45 7.5.2. Activeer de zoemer bij lijnfouten (PTT) .. 45 7.6. Fabrieksinstellingen menu......45 7.6.1.
Onderhoudsmenu Onderhoud Dit menu bevat hulpmiddelen om onderhoud aan het systeem te kunnen plegen. Toon Geheugen 1.1. Toon het Installateursgeheugen Gebruik deze functie om het Installateursgeheugen te bekijken of af te drukken. Het installateurs- geheugen kan 150 gebeurtenissen bevatten. Nieuwe gebeurtenissen worden in het geheugen geplaatst als gebeurtenis #001.
Tijdsinstellingen Tijden In dit hoofdstuk worden alle tijdfuncties geprogrammeerd. Inlooptijden 2.1. Inlooptijden Programmeer hier de inlooptijden. Een inlooptijd biedt de mogelijkheid om na het betreden van het systeem via een in/uitloopzone gedurende deze tijd het systeem uit te schakelen. Gedurende de inloop- en de uitlooptijd zijn de inbraakzones met de optie ‘Toegangszone’...
Deze optie is per systeem te programmeren van 0 - 255 min. Standaard: 3 min. Sirenevertr. 2.4.2. Sirenevertraging Tijd voordat de sirene geactiveerd wordt na een inbraakalarm. Dit geldt voor zowel de ‘Binnen-’ als de ‘Buitensirene’. De vertraging is alleen actief als er in een ingeschakeld systeem een alarm optreedt en wordt overbrugd door een lijnfout of geen doormelding.
‘Aan’ in. Deze optie is niet bruikbaar indien er voor gekozen is de status in het display te tonen (menu 7.1.4). Standaard: Uit Wisseltekst 2.7.3. Voer de wisseltekst in Voer de tekst in die afwisselend met de tijd/datum getoond kan worden. Standaard: Aritech Zomertijd Menu De instellingen voor de zomertijd/wintertijd 2.8. De mogelijkheden voor zomer/wintertijd. Zomertijd 2.8.1.
Zomertijd 2.8.3. Maak gebruik van de zomertijd Gebruik van de zomertijd/wintertijd instellingen. Standaard: Programmeerhandleiding voor de CD7201 Pagina 23 CD7201 - II /v6p - 1-10-96...
Gebruikers en kodes menu Gebruikers 3.1. Programmeer de kodes en de opties Kodes & Opties Bepaal de kodes en de bijbehorende opties. Kode 01 In Gebru Kode 01 is reeds in gebruik Hier kan een nieuwe kode ingegeven worden of een bestaande kode gewijzigd worden. Geef achter ‘Nw.
Optie Geeft een kode de mogelijkheid tot Wijzigen van alle kodes en de bijbehorende opties/systemen. Met behulp van deze optie kan geen kode worden gewist. Opties en systemen die deze kode niet bezit kunnen niet worden toegewezen aan andere gebruikers. Wijzigen van tijd, datum en het printen en lezen van het installateursgeheugen.
Begin bij de kode waarvan de opties te wijzigen Kode 02 In Gebru zijn. Toets accepteren ‘ ’. Men kan een nieuwe kode invoeren. Dit hoeft Nw. Kode È È È È echter niet. Druk dan toets ‘ ’. Er staan evenveel ‘S*’-en als er systemen S1S* geprogrammeerd zijn (hier 2 systemen).
Instal.kode menu 3.3. Bepaal de opties voor de installateurskode Bepaal hier de installateurskode en of een gebruiker de installateur toegang moet verlenen. Installateurkode 3.3.1. Voer een installateurskode in Hier wordt de installateurskode geprogrammeerd. Om fouten te voorkomen moet de kode een tweede keer worden ingevoerd (zie ook menu 3.1).
Het zonemenu Ingangen In dit menu worden alle mogelijkheden voor de ingangen geprogrammeerd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de werking van de ingang, de opties en de zonenamen. Hier wordt ook aangegeven of de zones werken volgens het dubbellusprincipe. Normaal werken de zones zodanig, dat de sabotagecontacten op een aparte zone moeten worden aangesloten.
Pagina 26
Zonetype Werking van de zone De brandalarm-zone is een 24-uurs zone die het brandalarm activeert. Aan Brand deze zone kan alleen de optie ‘Soaktest’ worden toegekend. Wanneer een brandzone in alarm komt en de gebruiker deze reset, dan wordt de brandzone automatisch overbrugd om alarmherhaling te voorkomen. Bij het invoeren van de kode nadat het alarm is uitgeschakeld wordt de brandzone weer bijgeschakeld.
Pagina 27
Zonetype Werking van de zone Deze zones activeren bij een uitgeschakeld systeem alleen een vooraf Branddeur geprogrammeerde uitgang en tonen de zonenaam op een aangegeven bediendeel, printen de activatie en plaatsen deze in het installateursgeheugen. Zodoende zal men bij programmering van dit zonetype gevraagd worden om een ‘RBD nr.’...
Zonetype Werking van de zone 24-uurs zone die indien geopend, het bijbehorend bediendeel buiten werking RBD Onbruik. zet. Alleen wanneer deze zone gesloten is kan het bediendeel worden gebruikt. Deze kan gebruikt worden om in/uitschakelen alleen mogelijk te maken met kode EN sleutelschakelaar. De toewijzing van een bediendeel naar een systeem gebeurt in menu 5.3.
Alleen voor sleutelschakelaars zijn beschikbaar De sleutelschakelaar schakelt volledig in. De sleutelschakelaar schakelt gedeeltelijk in. Met deze sleutelschakelaar mag uitgeschakeld worden. De toegepaste sleutelschakelaar is een pulsschakelaar. Wanneer deze niet geprogrammeerd is werkt de zone als houdstand sleutelschakelaar. Er wordt geen gebruik gemaakt van uitlooptijden. Tabel vijf.
Pagina 30
Bij een zonesabotage kan wel de inbraak en in-uitloop, maar niet de sabotage van die lus Let op: overbrugd worden. Standaard: Alarm & Sabotage De zone is Weerstand Spanning Spanning Reactie paneel remotes 3k5 - 6k2 2,1 - 2,8 V 4,7 - 6,8 V geen in rust...
Programmeer de uitgangen en remotes Uitgangen/Remote In dit menu kunt u uitgangen programmeren, remotes installeren en aan systemen toewijzen. Type Uitgang 5.1. Programmeer de uitgangen Leg hier vast welke functie een uitgang heeft. De plaats van de uitgangen kunt u in onderstaande tabel vinden. De maximale stroom is 100 mA voor uitgangen op het paneel en 40 mA voor uitgangen op remotes en 1A voor uitgangen 18 en 19.
Pagina 33
Type Syst De uitgang wordt geactiveerd Uitgang Zodra een technische zone die toegewezen is aan deze uitgang Technisch verstoord wordt. Sluit deze zone, dan schakelt de uitgang terug. Via Transport-PC kan deze uitgang ook geschakeld worden. S y , S n , Tijdens de in/uitlooptijden en bij gebruik van de deurbel op de Zoemer zoemer.
Type Syst De uitgang wordt geactiveerd Uitgang Zodra een medische zone in alarm gaat. Herstel volgt bij Medisch uitschakelen. Tech Geh. Zoals ‘Technisch’. Iedere activatie wordt nu ook afgedrukt en weggeschreven in het installateursgeheugen. Deze uitgang kan echter niet via Transport-PC beïnvloed worden. De uitgang wordt niet gebruikt.
Syst->Rbd 5.5. Wijs display/bediendeel toe aan systeem Deze programmeerlijn heeft twee mogelijkheden, afhankelijk van de instelling van menu 6.4 ‘Split RBD’. Staat deze optie ‘Uit’, dan wijst u een bediendeel toe aan een systeem. Gevolg is dat display teksten tijdens de waarschuwingstijd of bij gebruik van de sleutelschakelaar naar het betreffende bediendeel worden gestuurd (zie voor sleutelschakelaar menu 3.8).
Instellingen voor systeemsplitsing Systeemspliting In dit hoofdstuk worden de functies voor de systeemsplitsing vastgelegd. Maximaal kunt u 2 systemen en 1 gemeenschappelijk gebied programmeren. Verder worden in dit menu de zones gekoppeld aan een systeem. Een gemeenschappelijk gebied is een gebied dat alleen ingeschakeld is, wanneer de twee systemen waaruit dit gemeenschappelijke gebied bestaat, zijn ingeschakeld.
Menu met overige opties Overige Programmeerblok met alle overige functies. In/Uitschak.Menu 7.1. In/uitschakel opties Programmeringen die met de in/uitschakeling te maken hebben. Looptest gebr. 7.1.1. Looptest voor de gebruiker Hier bepaalt u of de gebruikerslooptest wel of niet voor de eindgebruiker ter beschikking staat. Is er bij inschakeling een zone open, dan zal bij sluiten van de laatste zone de 'Binnensirene' worden geactiveerd.
Display Opties 7.1.4. Opties voor het display Instellingen voor het display Status 7.1.4.1. Status op het display Geef hier aan of de status van de systemen op het display dient te worden weergegeven. Hierdoor bestaat de mogelijkheid om continue zichtbaar te maken of een systeem uitgeschakeld is, volledig of gedeeltelijk ingeschakeld is of dat een systeem in alarm staat.
Bij een uitloopfout stopt de zoemer, worden de sirene(s) worden geactiveerd, de uitloopfout wordt in het alarm- en installateursgeheugen geschreven en de uitloopfout wordt doorgemeld. Standaard: Uit UitlpZoemer 7.1.5.2. Zoemer tijdens de uitlooptijd Bepaal of de zoemer tijdens de uitlooptijd (bij een volledige inschakeling) wel of niet geactiveerd moet worden.
De instelling is voor het hele systeem werkzaam. Standaard: Aan Gebr. I/F Nieuw 7.1.8. Oude of nieuwe gebruikersinterface Bij gebruik van de ‘Oude’ gebruikersinterface verschijnt de tekst ‘Syst 1 Uit’, ‘Syst 2 Uit’, ‘Geef Syst.nr’. U kunt vervolgens het gewenste systeem kiezen en bedienen. Gebruikt u de ‘Nieuwe’...
Ged. In/Deurbel 7.3. Opties voor gedeeltelijke inschakeling en deurbel Opties die betrekking hebben op gedeeltelijke inschakeling en de deurbel. Ged.In Uitloop 7.3.1. Gedeeltelijke inschakeling met uitlooptijd Het systeem wordt gedeeltelijk ingeschakeld met uitlooptijd of direct zonder uitlooptijd. Als er voor een uitlooptijd wordt gekozen, zal de zoemer ook geactiveerd worden tijdens deze uitlooptijd afhankelijk van de instelling in menu 7.1.5.4.
Overval Reset Uit 7.4.2. Overvalalarm veroorzaakt installateursreset Overvalalarmen en uitschakeling onder dwang hebben een installateursreset nodig. Standaard: Uit Sabot. Reset 7.4.3. Sabotage veroorzaakt installateursreset Na sabotagealarmen is een installateursreset nodig. Standaard: Uit Inbraak Reset 7.4.4. Installateursreset na alarm of sabotage Inbraakalarmen (en bij ingeschakeld systeem ook sabotage alarmen) benodigen een installateursreset.
Raakt men de installateurskode kwijt, dan zal het paneel ter reparatie moeten worden aangeboden. Let op: Test voor het programmeren van deze optie of de installateurskode werkt ! Standaard: Uit Buitenlicht Menu 7.7. Menu voor buitenlicht Programmeer in dit menu de mogelijkheden voor buitenlichten. Deze buitenlichten zijn van het Nitewatch type en worden middels een interface (CP4005) aangesloten op de CD72.
Res. Licht .Sir. 7.7.4. Reset het buitenlicht met de buitensirene Reset de buitenverlichting met de ‘Buitensirene’. In het andere geval blijft deze actief gedurende de geprogrammeerde tijd uit menu 7.7.1. Standaard: Uit In/Uitl+Toeg. 7.8. In/uitloop en toegangszones op ‘Systeem OK’ Activeert de uitgang bij verstoring van een in/uitloopzone of een toegangszone.
Ga naar de kiezer Kiezer De kiezer kan alleen geprogrammeerd worden als er daadwerkelijk een kiezer aanwezig is. Om de kiezer te programmeren zie de RD6201 beschrijving. Let op: Indien systeemsplitsing is geprogrammeerd, dan kan de kiezer enkel worden geprogrammeerd door de installateurskode te gebruiken via systeem 1.
Menu voor printer Printer In dit hoofdstuk worden alle printer functies geprogrammeerd. De mogelijkheden voor de printer betreffende het afdrukken en de instellingen. De beschrijving van de RS232-uitgang, PL1, vindt u in de montagehandleiding welke bij de CD72 geleverd wordt. Printer Test 9.1.
RS232 9.6. Instellingen van de RS232 poort Hier worden de instellingen van de RS232 poort vastgelegd. Baud Rate: 1200 9.6.1. Stel de Baudrate in Hier wordt de Baudrate van de RS232 uitgang bepaald. Deze moet overeen komen met de op printer ingestelde Baudrate.
BIJLAGE: SYSTEEMMELDINGEN In de geheugens van de ADVISOR panelen, zal informatie worden bewaard over alarmen en storingen van het systeem. In totaal kunnen er in het CD72 paneel 150 gebeurtenissen bewaard blijven. In het geheugen bestaat een bericht/melding uit twee of drie delen. Als eerste ziet men een volgnummer gevolgd door een omschrijving van de gebeurtenis, bijvoorbeeld ‘#001 Inst.
Pagina 49
Tekst Extra Omschrijving De gebruiker heeft de installateur toegang verleend tot de Gebruik gebruiker installateursstand. Het systeem is via up/download gedeeltelijk ingeschakeld. Gedeelt De gebruiker heeft het systeem gedeeltelijk ingeschakeld. Gedeelt gebruiker De kiezer heeft het aantal pogingen bereikt waarna deze melding dient GeenMel systeem te worden gegeven.
Pagina 50
Tekst Extra Omschrijving Er is een alarm geweest terwijl het systeem was uitgeschakeld. Dit SystRst alarm is hersteld met behulp van up/download. Er is een alarm geweest terwijl het systeem was uitgeschakeld. Dit SystRst gebruiker alarm is hersteld door de gebruiker. Het systeem is via up/download uitgeschakeld.
Pagina 51
Tekst Omschrijving Het bediendeel is niet geïnstalleerd. **** V6.00 Er is bij systeemsplitsing een alarm in een ander systeem dan het systeem Alarm ander Syst. waarvoor u de kode heeft ingevoerd. Bel Installateur Er is een installateursreset nodig. De klant kan niet inschakelen totdat deze heeft plaatsgevonden.
Pagina 52
NDEX zone-optie ............33 24-uurs alarmzone en de uitgang inbraak....37 Externe spanningsbewaking........32 Extra inloop............. 21 Aantal systemen............41 Alarmgeheugen gebruikersmenu............26 Gebeurtenissen on-line afdrukken ......51 Alarmherhaling ............42 Gebruiker Automatische overbrugging ....... 19, 31 deurbel..............25 gedeeltelijk inschakelen ........25 lezen installateursgeheugen, tijd en datum ... 26 Bediendeel looptest ..............
Pagina 53
zone ..............30 optie We .............. 25 Ingangen............29–35 optie wijzig alle kodes.......... 26 Inlooptijd ..............21 optie wijzig eigen kode ........25 overschrijden ............21 standaardinstelling kiezerkode ......50 Inschakel menu............26 systemen .............. 25 Inst. Geh/Tijd/Dag wijzigen ............... 25 gebruikersmenu............26 wissen..............25 Installateursblokkering..........48 Installateursgeheugen afdrukken.............51...
Pagina 54
Td................26 toewijzen aan systemen ........39 Tz ...........21, 29, 33, 42, 45, 46 toon zones............39 Us ..............25, 34 RS232..............52 Vi ..............25, 34 Wa ...............26 We ...............25 Opties Sabotage alarmherhaling ............42 automatisch overbrugd........19, 30 buitenverlichting..........48 uitgang ..............37 fabrieksprogrammering........47 zone..............
Pagina 55
overzicht van de zone-opties ........33 systeem OK............38 overzicht van de zonetypes........30 technisch ............32, 38 teksten bij 'Ingeschakeld op display' .....43 technisch geheugen........32, 39 teksten in het installateursgeheugen .....53 ten behoeve van branddeur........32 werking van de ingangen ........35 zoemer.............