Zoomkader-AF/zoom-AF
U kunt inzoomen op een deel van het beeld wanneer de scherpstelling wordt
aangepast. Door een hoge zoomverhouding te kiezen, kunt u de automatische
scherpstelling gebruiken om scherp te stellen op een kleiner gebied dan hetgeen
normaal door het AF-kader wordt aangegeven. U kunt het scherpsteldoel ook
nauwkeuriger positioneren.
Wi-Fi
ISO-A
200
5
250 F5.6 0.0
250
Opnamescherm
1
Wijs [U] toe aan één van de knoppen met de [Button Function] (Blz. 103)
• a kan ook worden ingesteld als een multifunctieknop.
2
Druk op de U-knop om het zoomkader weer te geven.
• Wanneer de camera werd scherpgesteld met automatisch scherpstellen net
voor de knop werd ingedrukt, wordt het zoomkader weergegeven in de huidige
scherpstelpositie.
• Positioneer het zoomkader met FGHI.
• Druk op de knop INFO en gebruik FG om de zoomverhouding te selecteren.
3
Druk nogmaals op de knop U om in te zoomen op het zoomkader.
• Positioneer het zoomkader met FGHI.
• Draai aan de regelaar om de zoomverhouding te kiezen.
4
Druk de ontspanknop half in om de autofocus te starten.
• De camera stelt scherp met het onderwerp dat zich in het midden van het beeld
bevindt. Als u de scherpstelpositie wilt wijzigen, verplaatst u deze door het scherm
aan te raken.
$
Opmerkingen
• U kunt het zoomkader ook weergeven en verplaatsen met behulp van het aanraakscherm.
#
Let op
• De zoom is alleen op de monitor zichtbaar en heeft geen invloed op de resulterende foto's.
• Wanneer u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, werkt de AF niet tijdens de
zoomweergave.
56 NL
R R
U
U
S-IS AUTO
S-IS AUTO
ISO-A
200
L
N
FullHD
F
01:02:03
01:02:03
0.0
30
30
Vergelijking tussen AF- en zoomkaders
Q / U
(Ingedrukt houden)
R R
Wi-Fi
S-IS AUTO
S-IS AUTO
L
N
FullHD
F
01:02:03
01:02:03
250
250 F5.6 0.0
0.0
30
30
Zoomkader-AF
U
U
U
U
Zoom-AF
5×
7×
10×
14×