Beschikbare functies bij gebruik van externe fl itsers
Optionele
fl itser
TTL-AUTO, AUTO, MANUAL,
FL-600R
FP TTL AUTO, FP MANUAL
FL-300R
TTL-AUTO, MANUAL
FL-14
TTL-AUTO, AUTO, MANUAL
RF-11
TTL-AUTO, MANUAL
TF-22
* De brandpuntsafstand van de lens die gebruikt kan worden (35-mm equivalent).
Flitserfotografi e met draadloze afstandsbediening
U kunt een externe fl itser die bestemd is voor gebruik met deze camera en beschikt
over een afstandsbedieningsstand gebruiken voor draadloze fl itserfotografi e.
De camera kan elk van drie groepen van externe fl itsers en de geleverde externe fl itser
apart aansturen. Raadpleeg de handleidingen die geleverd zijn bij de externe fl itsers
voor meer informatie.
1
Zet de externe fl itsers in de RC-stand en plaats ze zoals u wenst.
• Schakel de externe fl itsers in, druk op de knop MODE en selecteer de RC-stand.
• Selecteer een kanaal en groep voor elke externe fl itser.
2
Selecteer [On] voor [# RC Mode] in X Fotografeermenu 2 (Blz. 78).
• Het superbedieningspaneel schakelt over naar de RC-fl itsstand
• U kunt een weergave van het superbedieningspaneel kiezen door herhaaldelijk
op de knop INFO te drukken.
• Selecteer een fl itsstand (let op dat rode ogen onderdrukken niet beschikbaar
is in de RC-stand).
3
Pas de instellingen voor elke groep aan in het superbedieningspaneel.
Groep
• Selecteer de fl itserfunctie
en pas de fl itssterkte
afzonderlijk aan voor
elke groep. Voor de
MANUAL-functie
selecteert u de fl itssterkte.
Pas de instelling aan voor de
fl itser van de camera.
4
Sluit de meegeleverde externe fl itser aan op de camera en klap de fl itskop
omhoog.
• Nadat u heeft gecontroleerd of de ingebouwde en externe fl itsers opgeladen zijn,
maakt u een proefopname.
Flitsregeling
RG36 (85mm*) RG20 (24mm*)
RG20 (28mm*)
RG14 (28mm*)
RG11
RG22
Flitssterkte
A Mode
TTL
+5.0
M
1/8
Off
–
TTL
+3.0
P
250
250 F5.6
Flitsregeling
Flitssterkte
RG (richtgetal) (ISO100)
Normale fl itser/Super
FP-fl itser
• Selecteer Normaal fl itsen
of Super FP-fl itsen.
Communicatie-lichtniveau
LO
Ch
1
• Zet de lichtsterkte van het
communicatiesignaal op
[HI], [MID] of [LO].
38
38
Kanaal
• Zet het
communicatiekanaal
op hetzelfde kanaal dat
u op de fl itser gebruikt.
RC-
functie
–
–
–
12
NL
137