De sluitertijd instellen (sluitertijdvoorkeuzestand S)
In de stand S stelt u de sluitertijd in en past de camera automatisch het diafragma aan
voor een optimale belichting. Draai de functieknop naar S.
Hefboom
• Een korte sluitertijd kan een snelle actie "bevriezen"
zonder bewegingsonscherpte. Door een langere
sluitertijd wordt een opgenomen snelle actie onscherp.
Deze onscherpte roept het gevoel van een dynamische
beweging op.
De sluitertijd instellen
Langere sluitertijd
• De aanduiding voor de diafragmawaarde knippert als de camera geen optimale
belichting kan verkrijgen.
Waarschuwingsin-
dicatie (knippert)
2000 F2.8
2000
F2.8
125 F22
125
F22
• Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens en de
brandpuntsafstand van de lens.
• Wanneer u een vast ingestelde [ISO]-waarde gebruikt, moet u de waarde veranderen.
g [ISO] (Blz. 59)
Voorste regelaar
Achterste
regelaar
2" 1" 15 60 100 400 1000
Status
Het onderwerp is
onderbelicht.
Het onderwerp is
overbelicht.
Positie van de hendel
Rege-
laar
1
Belichtingscor-
r
rectie
o
Sluitertijd
I S O
400
S
Sluitertijd
Bij het fotograferen met live
Kortere sluitertijd
Remedie
• Kies in dit geval een langere sluitertijd.
• Kies een snellere sluitertijd.
• Als de waarschuwingsindicatie niet
verdwijnt, is het lichtmeetbereik van de
camera overschreden. Een in de handel
verkrijgbaar grijsfi lter (ND-fi lter) om de
hoeveelheid licht te beperken, is vereist.
2
ISO
Witbalans
L
N
FullHD
F
01:02:03
01:02:03
0.0
0.0
250 F5.6
250
38
38
view
5
NL
41