TYPE STORING
SR – Ingestelde
waarde knippert
op scherm
met ingestelde
koelerwaarde
"--"
Wat doen als uw koelkast niet werkt:
Ga na of:
• Uw koelkast is aangesloten op het stroomnet en ingeschakeld,
• De zekering is niet doorgebrand en de stroom is niet uitgevallen,
• De thermostaat is ingesteld op stand "1",
• Het stopcontact werkt niet meer. Om dit te controleren sluit u een apparaat, waarvan u zeker weet
dat het werkt, aan op hetzelfde stopcontact.
Wat doen als uw koelkast slecht werkt:
Ga na of:
• Het apparaat is niet te vol,
• De deuren zijn goed gesloten ,
• Er ligt geen stof op de condensor,
• Er is voldoende afstand voor luchtcirculatie achter en naast het apparaat.
Als uw koelkast veel lawaai maakt:
Normale geluiden
Krakend (krakend ijs) geluid:
• Tijdens automatisch ontdooien.
• Wanneer het apparaat gekoeld of verwarmd wordt (door uitzetting van het materiaal van het apparaat).
Klikkend geluid: Te horen wanneer de thermostaat de compressor aan/uitschakelt.
Geluid van de compressor:
• Normaal motorgeluid: Dit geluid betekent dat de compressor naar behoren werkt
• De compressor kan kort meer geluid maken wanneer hij net ingeschakeld is.
Bubbelend geluid en spetteren: Dit geluid wordt veroorzaakt door de koelvloeistofstroom in de
leidingen van het systeem.
Geluid van stromend water: Normaal geluid van stromend water naar de opvangbak voor
verdamping tijdens ontdooien. Dit geluid kan gehoord worden tijdens het ontdooien.
Geluid van luchtstroom (normaal ventilatorgeluid): Dit geluid kan gehoord worden tijdens normaal
gebruik van het systeem door de circulatie van lucht.
Als vocht toeneemt in de koelkast;
•
Is al het voedsel goed ingepakt? Zijn alle bakjes goed afgedroogd voordat ze in de koelkast
werden geplaatst?
•
Worden de koelkastdeuren vaak geopend? Telkens als de deuren worden geopend, komt het
vocht van de kamer in de koelkast. Hoe vaker de deur geopend wordt, hoe sneller de vochtopbouw
is, vooral in kamers met een hoge luchtvochtigheid.
•
Waterdruppelvorming op de achterwand na automatisch ontdooien is normaal. (op statische
modellen)
Als de deuren niet goed worden geopend en gesloten;
• Belemmeren de verpakkingen van etenswaren de sluiting van de deur?
• Zijn de deurvakken, roosters en laden goed geplaatst?
• Zijn de deurpakkingen stuk of gescheurd?
• Staat uw koelkast op een vlak oppervlak?
BETEKENIS
WAAROM
Het voedsel begint te
bevriezen omdat de
Koelvak te koud
temperatuur veel te
laag is
Als de
stroomvoorziening
"Waarschuwing
lager dan 170 V
lage spanning"
wordt, gaat het
apparaat in een
stabiele positie.
NL - 35
HOE TE HANDELEN
1. Controleer of de
"superkoelmodus" aan is
2. Verhoog de
temperatuurwaarden van de
koelkast
Dit is geen storing. Dit
voorkomt eventuele schade
aan de compressor. Deze
waarschuwing gaat uit wanneer
de spanning het vereiste niveau
bereikt