Fouten opsporen
7.3 Algemeen fouten opsporen
Probleem
De gebruiker weet het paswoord niet meer.
Voer een reset-configuratie uit, waarna het huidige paswoord niet
langer geldig is.
7.4 Fouten opsporen bij de pH-sensor
7.4.1 Fouten opsporen bij een pH-sensor zonder geïntegreerde digitale elektronica
58
Maak de sensor schoon met gebruikmaking van de procedure die beschreven is
in
paragraaf 6.2 op pagina
na het reinigen, vervangt u de standaard-cuvetoplossing en zoutbrug (zie
paragraaf 6.2.1 op pagina
meetsysteem nog steeds niet kan worden gekalibreerd, controleert u de
sensorwerking.
Sommige eenvoudige tests met gebruikmaking van de sc100 of een multimeter
en twee pH-buffers bepalen of de pH-sensor correct functioneert. Het gebruik van
pH 7 en pH 4-buffers wordt geprefereerd maar pH 10 kan worden gebruikt in
plaats van pH 4 als dit het relevante meetbereik beter dekt.
Bepaal of de sensor geïntegreerde digitale elektronica heeft of een externe
digitale gateway gebruikt. Als de sensor een digitale gateway gebruikt, is deze
vastbedraad met de gateway via klemaansluitingen binnenin de digitale gateway-
omkasting. Als de sensor de digitale gateway gebruikt en zodoende geen
geïntegreerde digitale elektronica heeft, gaat u door met
sensor geïntegreerde digitale elektronica bevat, gaat u naar
pagina
59.
1. Ontkoppel de rode, groene, gele en zwarte sensordraden van de digitale
gateway.
2. Plaats de sensor in een pH 7-buffer. Voordat u doorgaat zorgt u ervoor dat de
temperaturen van de sensor en buffer worden vereffend op ongeveer 25 °C
(70 °F).
3. Controleer of het sensortemperatuurelement (300 ohm-thermistor) correct
werkt door de weerstand te meten tussen de gele en zwarte draden. De
afleeswaarde dient te liggen tussen 250 en 350 ohm bij ongeveer 25 °C
(70 °F).
4. Sluit de gele en zwarte draden weer aan.
5. Sluit de multimeter (+)-ader aan op de rode draad en de (-)-ader op de groene
draad. Terwijl de sensor in de pH 7-buffer is meet u de dc-millivolts. De
sensor-offsetafleeswaarde dient binnen de in de fabriek gespecificeerde
grenswaarde van -50 en +50 mV te liggen. Als dit het geval is neemt u de
millivolt-afleeswaarde op en u gaat door met stap 6. Als de afleeswaarde
buiten deze grenswaarden ligt, breekt u deze test af en u neemt contact op
met de klantenservice.
Resolutie
Bel de service-afdeling en vraag om het master-paswoord.
Zie
pagina 61
voor contactinformatie.
Het paswoord is teruggezet op de standaard-fabrieks-
instelling van SC100_(paswoord moet worden gevolgd door
een spatie om de asterisk te verwijderen). Voer het
standaard-fabriekspaswoord opnieuw in.
54. Als het meetsysteem niet kan worden gekalibreerd
55) en u probeert het kalibreren opnieuw. Als het
paragraaf
7.4.1. Als de
paragraaf 7.4.2 op