Kleppen die in normaal bedrijf of noodbedrijf worden gebruikt, moeten toegankelijk en ge-
•
makkelijk te bedienen zijn. Kleppen op de uitlaten van servicepunten en ontluchtingsklep-
pen moeten worden gecontroleerd op gaslekkage.
Er is geen stuk apparatuur waarvan de vervaldatum voor de volgende inspectie/test is ver-
•
streken.
De instelling en werking van regelaars is bevredigend.
•
De benodigde veiligheidstoestellen en -instrumenten zijn aangebracht, zijn van het juiste
•
type en vertonen geen sporen van verval of onbevoegd ingrijpen.
De apparatuur die zich stroomafwaarts van het uitlaatpunt bevindt, is geschikt voor verdere
•
dienst.
Controleer of verbindingsmoeren en de oppervlakken van zittingen onbeschadigd zijn.
•
Controleer of de O-ringen onbeschadigd zijn.
•
Controleer of meters soepel werken en correct naar nul terugkeren.
•
Controleer isolatiekleppen op dichtheid en het lekken van drukstukken.
•
De ruimte waarin het spruitstuk zich bevindt moet altijd goed schoon zijn. In de ruimte mogen
•
geen andere materialen worden opgeslagen dan die welke nodig zijn voor het gebruik van
het spruitstuk.
Controleer of alle ventilatie-openingen vrij zijn van obstructies en of het afzuigsysteem (in-
•
dien geïnstalleerd) correct functioneert.
Vergewis u ervan dat alle verboden op roken en open vuur streng worden gehandhaafd.
•
Vervang alle versleten of beschadigde onderdelen door originele reserveonderdelen. Ont-
•
houd dat pakkingen, O-ringen en afdichtoppervlakken schoon en onbeschadigd moeten zijn
om doelmatig te kunnen werken.
Veiligheidsopmerking – als onderdeel van gepland onderhoud moeten speciale controles
worden uitgevoerd om te waarborgen dat:
bij alle wijzigingen (waaronder het verwijderen en toevoegen van onderdelen) en uitbreidingen
de juiste methodiek wordt toegepast;
veranderingen in de buurt van de installatie geen invloed hebben op de gebruiksveiligheid,
bijv. de nabijheid van elektriciteit bij brandstofgassen, olie en brandbaar materiaal in de buurt
van zuurstof, onrechtmatig gebruik van een pijpleiding als elektrische geleider of als steun voor
andere zaken.
10. INSPECTIESCHEMA
AANBEVELINGEN VAN GCE VOOR EEN SCHRIFTELIJK INSPECTIESCHEMA:
APPARATUUR
1. Hogedrukslan-
gen
2. Uitlaatpijpen
van koper en kop-
erlegeringen
3. Uitlaatpijpen
van roestvrij staal
4. Slangen voor
andere doelein-
den
INSPECTIE
INTERVAL
Inspecteren bij
a. Vervangen door nieuwe slang.
het vervangen van
b. Vervanging vastleggen.
cilinders, elke 5
jaar vervangen
1 jaar
a. Visuele, externe inspectie.
b. Jaarlijks indien zwaar belast, mogelijk vervan-
gen.
c. Nieuwe afdichtingen aanbrengen indien van
toepassing.
d. Alle details van de inspectie vastleggen.
5 jaar
a. Vervangen door nieuwe uitlaatpijp.
b. Vervanging vastleggen.
5 jaar
a. Visuele, externe inspectie.
b. Vervangen door nieuwe slang.
c. Vervanging vastleggen.
33/84
RICHTLIJNEN BIJ SCHRIFTELIJK SCHEMA
NL