Advertenties
Elektromagnetische compatibiliteit
Dit product is in overeenstemming met de momen-
teel geldende EMC-normen.
Neem het volgende in acht:
▸
Lasapparaten kunnen op basis van hun hoge
stroomopname storingen in het openbare
stroomnet veroorzaken. Daarom is de stroomaan-
sluiting onderworpen aan vereisten met betrek-
king tot de maximaal toegelaten netimpedantie.
De maximaal toegestane netimpedantie (Z
van de verbinding naar het stroomnet (netaanslui-
ting) wordt in de technische gegevens aangeven.
U dient indien nodig te overleggen met de
netexploitant.
▸
Het apparaat is bestemd voor het lassen onder
commerciële en industriële omstandigheden
(CISPR 11 klasse A). Bij het gebruik in andere
omgevingen (bijv. woongebieden) kunnen andere
elektrische apparaten verstoord worden.
▸
Elektromagnetische problemen bij de ingebruikne-
ming kunnen ontstaan in:
• Stroomtoevoerleidingen, stuurleidingen, signaal-
en telecommunicatieleidingen in de buurt van de
las- of snij-inrichting
• Televisie- en radiozenders en -ontvangers
• Computers en andere besturingsinrichtingen
• Veiligheidsinrichtingen in industriële inrichtingen
(bijv. alarminstallaties)
• Pacemakers en hoorapparaten
• Inrichtingen voor kalibratie of meten
• Apparatuur met een geringe stoorbestendigheid
Worden andere inrichtingen in de omge-
ving gestoord, kunnen extra afschermin-
gen noodzakelijk zijn.
▸
De te beschouwen omgeving kan groter zijn dan
de grondstukgrens. Dat hangt af van het bouw-
type van het gebouw en andere activiteiten die
daar plaatsvinden.
▸
Gebruik het apparaat volgens de aanwijzingen
van de fabrikant. De exploitant van het apparaat
is verantwoordelijk voor de installatie en het
gebruik van het apparaat.
Bij elektromagnetische storingen is de exploitant
(evt. met technische bijstand van de fabrikant)
verantwoordelijk om deze te verhelpen.
82
(EMC)
Voorbereidende werkzaamheden
Vorm van elektrodepunt
Lasstroom [A]
20 - 100
100 - 200
> 200
)
max
Wolframelektroden moeten altijd in lengterichting
worden geslepen, omdat dwarslopende slijpgroe-
ven een onrustige vlamboog veroorzaken.
De slijping van de elektrode moet bij gelijkstroom-
lassen puntvormig zijn en blijven, net als bij een
potlood. Daarbij is de punthoek afhankelijk van
de lasstroomsterkte. Bij het wisselstroomlassen is
het voldoende de rand van de elektrode iets aan
te slijpen. Na enige tijd ontstaat een ronde tot licht
bolvormige vorm.
Wordt de elektrodepunt door aanraking met het
lasbad of de lasstaaf verontreinigd, moet dit deel
volledig worden afgeslepen en moet opnieuw een
punt worden geslepen aan de elektrode. Hierbij in
lengterichting slijpen.
Elektrodelaskabel aansluiten
▸
Elektrodelaskabel op de aansluitbus min [2] of
plus [5] aansluiten en de kabel door rechtsom
draaien borgen.
Hierbij moeten de gegevens van de elek-
trodefabrikant altijd worden opgevolgd!
Elektrodehoek
20
Let op !
Elektrodelasprocedé
30°
60 - 90°
90 - 120°
120°
Advertenties
