Veiligheidsrichtlijnen
Wat te doen bij een gaslucht?
– Doof alle open vuur
– Ramen en deuren openen
– Alle snelsluitkranen en gasflessen sluiten
– Niet roken
– Geen elektrische schakelaars bedienen
– De totale gasinstallatie door een geschoold
technicus laten controleren!
Garantie van een veilige gebruiksomgeving
– Gebruik de kachel uitsluitend met de bijbe-
horende bedieningspanelen en accessoires
van Truma.
– Vergiftigingsgevaar door rookgassen! De
rookgassen van de kachel kunnen in geslo-
ten ruimten (bijv. garages, werkplaatsen) tot
vergiftigingen leiden. Als het voertuig in ge-
sloten ruimten wordt geparkeerd:
– de brandstoftoevoer naar de kachel afsluiten
– de tijdschakelklok uitzetten
– de kachel via het bedieningspaneel
uitschakelen
– Als de rookgasafvoer in de buurt van of di-
rect onder een te openen raam is geplaatst,
moet de kachel van een automatische uit-
schakeling zijn voorzien om gebruik bij ge-
opend raam te voorkomen.
– In geen geval warmtegevoelige voorwerpen
(bijv. spuitbussen) of brandbare materialen /
vloeistoffen in de inbouwruimte van de ka-
chel opbergen, omdat hier eventueel hogere
temperaturen kunnen ontstaan.
– Houd het gedeelte vóór de warmeluchtuit-
laten vrij van brandbare materialen. In geen
geval de warmeluchtuitlaten blokkeren.
– Om te voorkomen dat de kachel oververhit
raakt, moeten de openingen voor het aanzui-
gen van omgevingslucht, naar de inbouw-
ruimte en de ruimte rond de kachel vrij van
obstakels zijn.
– De doorvoer voor de rookgasafvoer en de
verbrandingsluchttoevoer moet altijd worden
vrijgehouden van vuil (sneeuwblubber, bla-
deren etc.).
– Gevaar door hete oppervlakken en rookgas.
Het gebied rond de wandafvoer niet aanra-
ken en geen voorwerpen tegen de wandaf-
voer of het voertuig plaatsen.
Plichten van de gebruiker / houder van
het voertuig
– De gebruiker is verantwoordelijk voor het
vullen van de boiler van de Combi met water
en de kwaliteit ervan.
– De houder van het voertuig is ervoor verant-
woordelijk dat de kachel op correcte wijze
kan worden bediend.
– De bijgeleverde gele sticker met de
waarschuwingen moet door de inbouwfirma
of de houder van het voertuig op een voor
iedere gebruiker goed zichtbare plaats in
het voertuig worden aangebracht (bijv. op
de kleerkastdeur). Als er stickers ontbreken,
kunnen deze bij Truma worden aangevraagd.
– Vloeibaar-gasinstallaties moeten aan de
technische en administratieve bepalingen
van het land van gebruik voldoen (in Europa
bijv. EN 1949 voor voertuigen). Nationale
voorschriften en regelingen (in Duitsland bijv.
het DVGW-werkblad G 607 voor voertuigen)
moeten in acht worden genomen.
– De houder van het voertuig moet de gasin-
stallatie (in Duitsland om de 2 jaar) door een
deskundige op het gebied van vloeibaar-
gasinstallaties (DVFG, TÜV, DEKRA) laten
keuren. De goedkeuring moet op het betref-
fende keuringscertificaat (G 607) worden
bevestigd.
– Drukregelapparatuur en slangen moeten ui-
terlijk 10 jaar (bij commercieel gebruik 8 jaar)
na de datum van fabricage worden vervan-
gen door nieuwe.
– Slangen regelmatig controleren en bij broos-
heid laten vernieuwen.
– Als de kachel niet wordt gebruikt, moet de
waterinhoud bij gevaar voor vorst absoluut
altijd worden afgetapt. Geen aanspraak op
garantie bij vorstschade.
39