Opbouw en functie
Transport en installatie
5.1.12 Draadtoevoer
Letselgevaar door bewegende onderdelen!
De draadtoevoerapparaten zijn met bewegende onderdelen uitgerust die handen, haar,
kledingsstukken of gereedschap kunnen grijpen en zodoende personen kunnen
verwonden!
•
Handen niet in draaiende of bewegende onderdelen of aandrijfonderdelen plaatsen!
•
Afdekkingen of veiligheidskleppen van de behuizing tijdens werking gesloten houden!
Letselgevaar door ongecontroleerd losraken van de lasdraad!
De lasdraad kan met hoge snelheid worden toegevoerd en bij onvakkundig of
onvolledige draadgeleiding ongecontroleerd losraken en personen verwonden!
•
Voordat men de stroom aansluit dient men de volledige draadgeleiding, van de draadspoel
tot de lastoorts, tot stand te brengen!
•
De draadgeleiding op regelmatige afstanden controleren!
•
Tijdens de werking alle afdekkingen of veiligheidskleppen van de behuizing gesloten
houden!
5.1.12.1 Aanbrengen van de draadspoel
Verwondingsgevaar door niet correct bevestigde draadspoelen.
Een niet correct bevestigde draadspoel kan uit de draadspoelhouder vallen en het
apparaat beschadigen of personen verwonden.
•
Bevestig op correcte wijze de draadspoel in de draadspoelhouder.
•
Controleer elke werkdag voor aanvang van werkzaamheden de correcte bevestiging van
de draadspoel.
Er kunnen standaard spoelhouders D300 worden gebruikt. Voor het gebruik van de genormeerde
mandspoelen (DIN 8559) zijn adapters nodig > zie hoofdstuk 9.
Pos. Symbool Beschrijving
1
2
•
Veiligheidsklep ontgrendelen en openen.
•
Maak de kartelmoer van de spoelhouder los.
•
Zet de lasdraadspoel zodanig vast op de spoelhouder dat de meenemer in het gat in de spoel valt.
•
Bevestig de draadspoel met de kartelmoer weer.
38
0
Meenemer
Voor het bevestigen van de draadspoel
Kartelmoer
Voor het bevestigen van de draadspoel
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Afbeelding 5-14
099-000180-EW505
15.04.2019