2.5
Transport en installatie
Verwondingsgevaar door verkeerde omgang met gasflessen!
Verkeerde omgang en niet goed bevestigde beschermgasflessen kunnen ernstig letsel
veroorzaken!
•
Volg de instructies van de gasfabrikant en de gasverordening op!
•
Ter hoogte van het ventiel van de beschermgasfles mogen geen bevestigingen worden
uitgevoerd!
•
Vermijd het opwarmen van de beschermgasfles!
Gevaar voor ongevallen door voorzieningsleidingen!
Tijdens het transport kunnen niet-geïsoleerde voedingskabels (netkabels,
stuurstroomkabels enz.) gevaren veroorzaken, zoals bijv. het kantelen van aangesloten
apparaten en personen verwonden!
•
Koppel alle voorzieningsleidingen los alvorens het transport uit te voeren!
Kantelgevaar!
Tijdens het verplaatsen en opstellen kan het apparaat kantelen, personen verwonden of
beschadigd raken. Kantelveiligheid is tot een hoek van 10° (conform IEC 60974-1)
gegarandeerd.
•
Apparaat op vlakke, stabiele ondergrond opstellen of transporteren!
•
Montageonderdelen met gepaste middelen beveiligen!
Gevaar voor ongevallen door onvakkundig gelegde kabels!
Onvakkundig gelegde kabels (net-, stuurstroom- en laskabels of tussenpakketten)
vormen struikelplekken.
•
Leg voorzieningsleidingen vlak op de vloer (lusvorming vermijden).
•
Vermijd het leggen van kabels op loop- en toevoerwegen.
Letselgevaar door verwarmde koelvloeistof en aansluitingen!
De gebruikte koelvloeistof en aansluit- of verbindingspunten kunnen tijdens het bedrijf
zeer heet worden (watergekoelde uitvoering). Bij het openen van het koelmiddelcircuit
kan koelmiddel dat eruit loopt tot verbrandingen leiden.
•
Koelmiddelcircuit alleen bij uitgeschakelde stroombron of koelapparaat openen
•
Correcte beschermingsmiddelen dragen (veiligheidshandschoenen)!
•
Geopende aansluitingen van de slangleidingen met geschikte stop afsluiten.
De apparaten zijn voor gebruik in rechtopstaande positie geconcipieerd!
Gebruik in niet-toegelaten positie kan materiële schade veroorzaken.
•
Transport en gebruik uitsluitend in rechtopstaande positie!
Door onvakkundige aansluiting kunnen accessoirecomponenten en de stroombron worden
beschadigd!
•
Accessoirecomponenten uitsluitend bij uitgeschakeld lasapparaat op de desbetreffende
aansluitbus steken en vergrendelen.
•
Uitvoerige beschrijvingen vindt u in de gebruikshandleiding van de betreffende accessoire!
•
Accessoirecomponenten worden na de inschakeling van de stroombron automatisch herkend.
De stofkapjes beschermen de aansluitbussen en hiermee het apparaat tegen vuil en
apparaatschade.
•
Is er geen accessoire op de aansluitbus aangesloten, dan dient men het stofkapje te plaatsen.
•
Bij defect of verlies dient men het stofkapje te vervangen!
099-000180-EW505
15.04.2019
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
Voor uw veiligheid
Transport en installatie
13