4
B
EDIENING
Toelichting bij Afbeelding 4-9
Knop Modus Autoscan
3
Met de knop Modus Autoscan schakelt u tussen de modi Continu en Automatisch. Klik op
de knop voordat u de Autoscan start om de modus te wijzigen. Zie Afbeelding 3-11.
Autoscansnelheid of -verblijfsduur.
4
Klik in de modus Continu op de knoppen +/- om de snelheid van de Autoscanbeweging
te verhogen of te verlagen. De snelheid varieert van 1 tot 15, en de huidige snelheid
wordt getoond.
Klik in de modus Automatisch op de knoppen +/- om de tijdsduur waarmee een weergave
in één positie blijft, te verhogen of te verlagen. De verblijfsduur kan worden ingesteld van
1 tot 15, en de huidige instelling wordt getoond.
In het volledige objectglasbeeld uitgebreid tot volledig scherm, selecteert u de knop Starten in
de werkbalk Autoscan om de Autoscanfunctie te starten.
Opmerking:
Voor Gyn-casussen moet de weergave worden uitgebreid naar volledig scherm om
Autoscan te kunnen uitvoeren.
Terwijl de Autoscan wordt uitgevoerd, loopt er een gearceerd traject over de miniatuurweergave
van de cellocatie rechtsboven op het scherm, waarbij de locatie van het gedeelte van het volledige
objectglasbeeld in beeld wordt gebracht. Het gele traject in de miniatuurweergave toont ook de
voortgang over de gehele cellocatie.
Terwijl de Autoscan wordt uitgevoerd, zijn de knoppen Pauzeren en Stoppen beschikbaar. Met de
knop Stoppen wordt de Autoscan gestopt. Ook als u op de spatiebalk van het toetsenbord drukt,
wordt de Autoscan gepauzeerd of hervat.
Er zijn twee manieren om de snelheid van de Autoscan aan te passen terwijl de Autoscan bezig is:
•
Klik met de muis zo vaak als gewenst op de knop + om de snelheid te verhogen of op de
knop - om de snelheid te verlagen.
•
Druk op het toetsenbord op de rechterpijltoets om de snelheid te verhogen of op de
linkerpijltoets om de snelheid te verlagen.
Deze selecties blijven bestaan tijdens de beoordeling van deze casus en volgende casussen, tenzij de
reviewer ze opnieuw wijzigt.
4.20
Gebruikershandleiding Genius™ review station