10. Controleer of het Ethernetpictogram van de controller in de rechterbovenhoek van het scherm aangeeft
dat de verbinding is ingeschakeld, zoals weergegeven in
Een streep door het pictogram
stappen om er zeker van te zijn dat alle waarden correct zijn ingevoerd.
11. Selecteer Afstandsbediening inschakelen.
Fig. 8-1: Scherm Netwerkinstellingen met ingeschakelde afstandsbediening. 1 het Ethernetpictogram
geeft aan dat er een goede verbinding is.
Fig.
betekent dat u geen verbinding heeft. Herhaal de bovenstaande
Gebruikershandleiding flexitrax™ flexiprobe™
8 WinCan PC-verbindingen
8-1.
1
www.pearpoint.com
| 277