Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

5.4

De apparatuur kalibreren

flexiprobe™ 540c
Elke keer dat u de controller inschakelt, dient u de duwkabelhaspel te kalibreren om ervoor te zorgen dat
de camera-afstanden nauwkeurig zijn. Direct nadat de instellingenwizard is voltooid:
1. Selecteer het type haspel.
Selecteer in het menu Apparatuurinstellingen het type haspel dat momenteel aan op controller is
gekoppeld. Selecteer vervolgens de menuoptie Doorgaan.
2. De controller geeft nu een melding om u eraan te herinneren de duwkabel volledig op de haspel
(kabelspoel) te rollen. Zorg ervoor dat de duwkabel gelijkmatig en correct op de haspel is aangebracht
en dat het uiteinde van de duwkabel gelijk ligt met de duwkabelgeleider.
3. Druk op de knop Kalibreren om de haspel te kalibreren.
Nadat u de haspel heeft gekalibreerd, drukt u op de
naar het startscherm van de controller. U kunt nu de instellingenmenu's gebruiken om het systeem te
configureren. Ga verder naar sectie 5.5.
Opmerking: Zie sectie 1.2 voor de definities van kalibratie en nulafstand.
flexitrax™ 550c
Telkens wanneer u de controller inschakelt, dient u te bevestigen welke apparatuur op het systeem is
aangesloten.
Gebruikershandleiding flexitrax™ flexiprobe™
Terug-toets of de Esc-toets om terug te keren
5 Systeeminstelling
www.pearpoint.com
| 109

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Flexiprobe 550cFlexitrax 540cFlexiprobe 540c

Inhoudsopgave