Advertenties
1.2
Definities
Als u een duwkabelsysteem gebruikt, dient u de volgende concepten te begrijpen:
Kalibratie: Om de camera-afstanden nauwkeurig te meten en weer te geven, dient u de haspel
(kabelspoel) te kalibreren telkens als u de controller inschakelt of een andere duwkabel bevestigt. Eerst
dient u ervoor te zorgen dat de duwkabel volledig op de haspel is gerold. Daarna dient u op de knop
Kalibratie van de controller te drukken. Zie sectie 6.9.
Kalibreren wordt ook wel het ijken van de duwkabelteller genoemd.
Nulafstand: Voor uw inspectie dient u de afstand van de camera tot het begin van het mangat nauwkeurig
te registreren, zodat defecten en kenmerken van de leiding nauwkeurig kunnen worden gelokaliseerd. In
de meeste gevallen dient u de duwkabel echter een eindje af te rollen, zodat u de camera in een mangat
kunt inzetten voordat u met het inspecteren van de leiding begint.
Om ervoor te zorgen dat de camera-afstanden nauwkeurig worden geregistreerd in uw
inspectievideo's en observaties, dient u de camera-afstand op nul te stellen ("een nulafstand
instellen") wanneer de camera in positie is, voordat u met de inspectie begint. Zie
wordt beschreven voor duwkabelsystemen. Hetzelfde principe geldt voor crawler-systemen.
Het instellen van een nulafstand wordt ook wel het op nul stellen van de kabel of de duwkabelteller
genoemd.
Crawler en tractor: Beide termen worden in dit document gebruikt om te verwijzen naar het
gemotoriseerde voertuig op wielen dat wordt gebruikt om een camera te vervoeren.
Gebruikershandleiding flexitrax™ flexiprobe™
sectie 6.11
www.pearpoint.com
1 Introductie
waar dit
| 24
Advertenties
