5.2
Stof- en waterfilter verwisselen
Voor het verwisselen van het stof- en waterfilter zie het Technisch
Handboek.
Voor gasmeetinstrumenten met DrägerSensor XXS ozon (O
vanwege de speciale membraan de frontschaal worden verwisseld, zie
technisch handboek.
5.3
Reiniging
Het gasmeetinstrument vergt geen speciaal onderhoud. Bij sterke
verontreiniging het gasmeetinstrument met koud water afspoelen, evt. een
spons gebruiken. Wrijf het gasmeetinstrument met een doek droog.
AANWIJZING
Beschadiging van het gasmeetinstrument!
Ruwe reinigingsvoorwerpen (bijv. borstels), reinigingsmiddelen en
oplosmiddelen kunnen de stof- en waterfilters onherstelbaar beschadigen.
Reinig het gasmeetinstrument uitsluitend met koud water en evt. een spons.
►Zie voor informatie over geschikte reinigings- en
desinfectiemiddelen en de specificatie daarvan het document
9100081 op www.draeger.com/IFU.
6
Apparaatinstellingen
De apparaatinstellingen mogen uitsluitend door geschoold en vakkundig
personeel worden gewijzigd. Zie voor meer informatie over het configureren het
Technisch Handboek.
6.1
Fabrieksinstellingen
De fabrieksinstellingen kunnen bij klantspecifieke bestellingen afwijken.
Bumptest-modus
Trillingsalarm
Bumptestinterval
Bedrijfssignaal
D-Light
Uitschakelen
Apparaatinstellingen
Snelle bumptest
Aan
Uit
Aan
Aan
Altijd
nl
) of fosgeen moet
3
93