Op de smartphone en op het gasmeetinstrument worden een 6-cijferig getal
aangegeven.
3.
Cijfercode op beide toestellen op overeenstemming controleren en bij
overeenstemming op beide toestellen bevestigen. De verbinding moet
binnen 30 s geschieden, omdat anders de cijfercode ongeldig wordt.
De toestellen zijn verbonden.
Een succesvolle verbinding wordt opgeslagen en voortaan worden beide
toestellen automatisch verbonden (via de PC-software CC-Vision instelbaar).
Bij een verbreking van de verbinding probeert het gasmeetinstrument
automatisch opnieuw verbinding te maken.
5
Onderhoud
Het instrument vergt geen speciaal onderhoud.
Om te vermijden dat ontvlambare of brandbare atmosferen kunnen ontsteken en
om de intrinsieke veiligheid van het instrument te waarborgen, moeten de volgende
onderhoudsinstructies zorgvuldig gelezen, begrepen en nageleefd worden.
!
WAARSCHUWING
Foutieve meting!
► Na elke opening van het apparaat moet een bumptest en/of een kalibratie
worden uitgevoerd. Dit behelst het verwisselen van elke batterij en van elke
sensor in het apparaat.
AANWIJZING
Mogelijke beschadiging van componenten!
In het gasmeetinstrument bevinden zich voor statische lading gevoelige
componenten.
► Alvorens het gasmeetinstrument te openen altijd eerst controleren, of
degene die het werk uitvoert goed geaard is, om schade aan het instru-
ment te voorkomen. Een aarding kan bijv. door een ESD-werkplek worden
bewerkstelligd (electro static discharge / elektrostatische ontlading).
Onderhoud
nl
91