Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 98
PROBLEEM
De motor start, maar
schakelt kort daarna uit.
De motor wordt heet en
schakelt regelmatig uit.
Geen stroom naar de
controller
Droge contacten werken
niet

6.2 Foutcodes

FOUT
E21
Software overstroom
E22
DC-overspanning
E23
DC-onderspanning
E26
Hardware overstroom
E2A
Vergrendelfout
E2D
Processor - Fataal
E2E
IGBT oververhit
E2F
Faseverlies
Handleiding voor installatie en algemeen onderhoud
OPLOSSING
Controleer of er vuil tussen de rotor en de verdeler zit.
Laat een erkende vakman controleren of de aandrijfas is vastgelopen (met alle
stroom uitgeschakeld).
Als u grote hoeveelheden vuil aantreft, controleer dan uw zeefmand op breuken.
Vervang indien nodig de zeefmand.
Zorg voor voldoende ruimte rond de motor voor luchtcirculatie om de motor koel
te houden.
Laat een gekwalificeerde elektricien controleren op losse verbindingen en controleer
de spanning op de motor tijdens de werking. Hoofdspanning hoger dan 10% van die
vermeld op het motorplaatje kan leiden tot overbelasting van de motor.
Laat een gecertificeerde elektricien de spanning op de RS-485 lijn testen terwijl er
spanning op de motor staat. Deze moet tussen 8 en 12 volt DC zijn tussen pinnen 1 en 4.
Controleer de bedrading van de RS-485 connector (pinnen 1-4 moeten rood,
zwart, geel en groen zijn).
Test de motoraandrijving met de RS-485 jumpermethode: Verbind met kleine
stukjes 22 AWG-draad jumperpinnen 1 en 3 en 2 en 4. Monteer de connector
opnieuw en bevestig het toegangsdeksel. Zet stroom op de motor om te zien
of de motor onbeperkt op 2600 RPM blijft draaien. Als de motor werkt, ligt het
probleem bij de RS-485 lijn of de controller.
Controleer de laagspanningsbedrading op onderbrekingen tussen de motor en
de externe schakelaars. Controleer met een multimeter, terwijl alle stroom is
uitgeschakeld, de continuïteit van alle laagspanningsleidingen van de motor naar
de controller. Vervang zo nodig de droge contactdraden volledig.
HANDELINGEN
Schakel de stroomtoevoer naar de motor uit en weer in
Controleer of de ingangsspanning in het juiste bereik ligt
Controleer of de ingangsspanning in het juiste bereik ligt
Schakel de stroomtoevoer naar de motor uit en weer in
Controleer of er geen obstructies zijn in de pomp, de
aandrijving of de ventilator van de motor en sluit de pomp
weer aan op de voeding.
Neem contact op met uw plaatselijke zwembadspecialist.
Wacht tot de motor is afgekoeld. Zorg ervoor dat de motor
vrij is van obstructies die een goede ventilatie beperken.
Neem contact op met uw plaatselijke zwembadspecialist.
- VARIABELE SNELHEIDSPOMP
115

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave