Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Basisprobleemoplossing - Zodiac E30 iQ Handleiding Voor Installatie En Onderhoud

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 98
– Koppel de stroomtoevoer naar de pomp af.Als de pomp zich onder het waterniveau bevindt, sluit
dan de afsluitkleppen aan de zuig- en afvoerzijde van de pomp om terugstroming van water te
voorkomen.
– Draai de vergrendelring van het deksel tegen de klok in totdat "START" op één lijn ligt met de
poorten. Verwijder voorzichtig het deksel. (Een gereedschap mag als hefboom worden gebruikt).
– Til het mandje uit de pomp.
– Gooi het vuil weg en maak de mand grondig schoon. Zorg ervoor dat alle gaten open zijn. Gebruik
een tuinslang om de mand van buitenaf te besproeien om te helpen de gaten vrij te maken.
Verwijder met de hand alle overgebleven vuil.
– Plaats de mand opnieuw in de pomp door de opening op één lijn te brengen met de aanzuigbuis. Als de
mand goed is uitgelijnd, valt hij gemakkelijk op zijn plaats. Forceer hem niet op zijn plaats.
– Verwijder de dekselafdichting en verwijder het vuil rond de zitting van de dekselafdichting, omdat
hierdoor lucht in het systeem kan lekken. Maak de dekselafdichting schoon en plaats deze op het deksel.
– Plaats het deksel en de borgring terug. Draai het deksel met de hand vast om een luchtdichte
afdichting te creëren. Gebruik geen gereedschap om het deksel vast te draaien: alleen met de
hand vastdraaien.
– Controleer of alle kleppen weer in de juiste stand staan voor normale werking.
– Open de drukontlastingsklep op het filter en controleer of deze schoon en bedrijfsklaar is.
– Schakel de stroom naar de pomp in. Sluit de drukontlastingsklep zodra alle lucht uit het filter is gelaten.
OPMERKING Grote stukken vuil kunnen het rotorblad verstoppen of de motor blokkeren; vervang
de mand als deze kapot is of ontbreekt.
6. PROBLEEMOPLOSSING

6.1 Basisprobleemoplossing

PROBLEEM
De motor start niet of de
controller detecteert de
motor niet
114
OPLOSSING
Laat een vakman de spanning op de hoofdstroomaansluitklem controleren met de
stroomonderbreker aan.
Fout - zie foutcode. Schakel de stroomtoevoer naar de motor uit en weer in.
Controleer of de RS-485 verbinding goed is aangesloten, zonder kapotte draden.
Controleer de laagspanningsbedrading op tekenen van corrosie.
Controleer met een multimeter, terwijl alle stroom is uitgeschakeld, de
continuïteit van alle laagspanningsleidingen van de motor naar de controller.
Vervang zo nodig de RS-485 draden volledig.
Controleer de bedrading van de RS-485 connector (pinnen 1-4 moeten rood,
zwart, geel en groen zijn).
Test de motoraandrijving met de RS-485 jumpermethode: Verbindt met kleine
stukjes draad van 0,5 mm
jumperpinnen 1 en 3 en 2 en 4. Monteer de connector
2
opnieuw en bevestig het toegangsdeksel. Zet stroom op de motor om te zien
of de motor onbeperkt op 2600 RPM blijft draaien. Als de motor werkt, ligt het
probleem bij de RS-485 lijn of de controller.
Controleer of de DIP-schakelaars 3 en 4 voor pomp 01 op OFF staan.
Als er meer dan één variabele snelheidspomp wordt geregeld met een
automatiseringssysteem, raadpleeg dan het gedeelte over DIP-schakelaars in deze
handleiding.
Controleer het programma om te controleren of de motor op dat tijdstip moet
worden ingeschakeld.
Handleiding voor installatie en algemeen onderhoud
- VARIABELE SNELHEIDSPOMP

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave