Hoofdstuk 5. Geavanceerde configuratie
In dit hoofdstuk krijgt u de volgende informatie voor het configureren van de computer:
•
"Werken met het programma Setup Utility" op pagina 35
•
"Het BIOS bijwerken of herstellen" op pagina 41
Werken met het programma Setup Utility
U kunt het programma Setup Utility gebruiken om de configuratie van de computer te bekijken en te wijzigen,
ongeacht het besturingssysteem dat u gebruikt. De instellingen die u in uw besturingssysteem kiest, kunnen
eventuele vergelijkbare instellingen in het programma Setup Utility echter overschrijven.
Het programma Setup Utility starten
Ga als volgt te werk om het programma Setup Utility te starten:
1. Controleer of de computer uit staat.
2. Druk herhaaldelijk op de toets F1 wanneer u de computer aanzet. Als u meerdere geluidssignalen hoort
of het logo-scherm ziet, laat u de toets F1 los.
Opmerking: Als er een systeemwachtwoord of beheerderswachtwoord is ingesteld, wordt het menu
van het programma Setup Utility pas afgebeeld nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd. Meer
informatie vindt u in "BIOS-wachtwoorden gebruiken" op pagina 36.
Wanneer de POST detecteert dat het vaste-schijfstation van uw computer is verwijderd of de
geheugengrootte is verkleind, zal er een foutbericht worden weergegeven. Voer daarna een van de volgende
handelingen uit:
• Druk op F1 om het programma Setup Utility te openen.
Opmerking: Nadat u het programma Setup Utility hebt gestart, drukt u op F10 om de wijzigingen op te
slaan en het programma Setup Utility af te sluiten. Druk op Enter om te bevestigen dat u het programma
wilt afsluiten. De foutmelding zal niet opnieuw worden weergegeven.
• Druk op F2 om de foutmelding te omzeilen en log in op het besturingssysteem.
Opmerking: U moet de functie Configuration Change Detection inschakelen als u wilt dat POST het
verwijderen van het vaste-schijfstation detecteert. Ga als volgt te werk om de functie Configuration Change
Detection in te schakelen:
1. Start het programma Setup Utility.
2. In het hoofdmenu van het programma Setup Utility selecteert u Security ➙ Configuration Change
Detection. Druk vervolgens op Enter.
3. Selecteer Enabled en druk op Enter.
4. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het programma Setup Utility af te sluiten. Druk op Enter
om te bevestigen dat u het programma wilt afsluiten.
Instellingen bekijken en wijzigen
Het menu van het programma Setup Utility bestaat uit een lijst met systeemconfiguratie-opties. Om de
instellingen te bekijken of te wijzigen, moet u het programma Setup Utility starten. Zie "Het programma
Setup Utility starten" op pagina 35. Volg daarna de instructies op het scherm.
© Copyright Lenovo 2014
35