5.7
Inert-gastoevoer
Verwondingsgevaar door verkeerde omgang met gasflessen!
Verkeerde omgang en niet goed bevestigde gasflessen kunnen ernstig letsel
veroorzaken!
•
Bevestig de gasflessen met de standaard aanwezige veiligheidselementen van het
apparaat (ketting/gordel)!
•
De veiligheidselementen moeten strak om de flessen zitten!
•
De bevestiging van de gasfles mag niet ter hoogte van het ventiel worden uitgevoerd!
•
Volg de instructies van de gasfabrikant en de gasverordening op!
•
Vermijd opwarmen van de gasfles!
Gevaar voor ongelukken door het overschrijden van de maximaal toegestane flesmaat
inertgas !
Er gelden maximaal toegestane flesmaten inertgas en vuldrukken voor het apparaat.
Wanneer deze grenswaarden worden overschreden, is niet tot een hoek van 10°
(conform IEC 60974-2) gewaarborgd dat deze niet omkiept. Zodoende kan het gebeuren
dat personen verwondingen oplopen.
•
Gebruik flessen inertgas tot een flesmaat van max. 20 l geometrisch volume bij 200 bar
vuldruk.
Storingen in de toevoer van inert gas!
De ongehinderde toevoer van inert gas van de fles met inert gas tot aan de lastoorts is
een basisvoorwaarde voor optimale lasresultaten. Bovendien kan een verstopte toevoer
van inert gas tot de beschadiging van de lastoorts leiden!
•
Plaats de gele beschermkap weer terug als de inert-gasaansluiting niet wordt gebruikt!
•
Alle inert-gaskoppelingen gasdicht maken!
Open alvorens de drukregelaar op de gasfles aan te sluiten de kraan van de fles kort om
eventuele verontreinigingen weg te blazen.
099-005207-EW505
23.09.2011
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
INSTRUCTIE
Opbouw en functie
Inert-gastoevoer
27