Inhoudsopgave Algemeen...................... 6 Basisprincipes............................ 6 Doelgroep ............................ 6 Bijbehorende documentatie ......................... 6 Symbolen ............................. 6 Aanduiding van waarschuwingsinstructies .................. 7 Veiligheid ...................... 8 Algemeen............................. 8 Gebruik conform de voorschriften...................... 8 Kwalificatie en opleiding personeel...................... 8 Gevolgen en gevaren bij het niet-opvolgen van de voorschriften ............ 8 Veiligheidsbewust werken ........................
Pagina 4
6.2.1 Bedrijfsstatus installatie...................... 26 6.2.2 Bluetooth-verbinding ...................... 26 6.2.3 Vergrendelen/ontgrendelen van het beeldscherm .............. 27 6.2.4 Bedrijfsstatus pomp....................... 27 6.2.5 Informatie over de installatie .................... 28 Bedienen via bedieningspaneel ...................... 29 6.3.1 Beeldscherm ontgrendelen .................... 29 6.3.2 Bedrijfsmodus wijzigen...................... 29 6.3.3 Meldingen resetten........................
1 Algemeen 1.1 Basisprincipes Dit bedrijfsvoorschrift is van toepassing op de series en uitvoeringen die op de titelpagina worden genoemd. Het bedrijfsvoorschrift beschrijft het correcte en veilige gebruik in alle bedrijfsfasen. Op het typeplaatje staan de serie, de belangrijkste bedrijfsgegevens en het serienummer. Het serienummer beschrijft het product eenduidig en dient ter identificatie bij alle verdere bedrijfsprocessen.
1.5 Aanduiding van waarschuwingsinstructies Tab. 3: Kenmerken van waarschuwingsinstructies Symbool Verklaring GEVAAR GEVAAR Dit signaalwoord duidt een gevaar aan met een hoog risiconiveau, dat - indien dit niet wordt vermeden - ernstig of zelfs dodelijk letsel tot gevolg zal hebben. WAARSCHUWING WAARSCHUWING Dit signaalwoord duidt een gevaar aan met een gemiddeld risiconiveau, dat - in- dien dit niet wordt vermeden - ernstig of zelfs dodelijk letsel tot gevolg kan heb-...
2 Veiligheid Alle in dit hoofdstuk vermelde aanwijzingen duiden op een gevaar met een hoge risicograad. GEVAAR Naast de hier beschreven algemeen geldende veiligheidsinformatie moet ook de in de volgende hoofdstukken beschreven handelingsspecifieke veiligheidsinformatie in acht worden genomen. 2.1 Algemeen –...
– Het niet-opvolgen van de voorgeschreven methodes voor service en onderhoud 2.5 Veiligheidsbewust werken Naast de veiligheidsvoorschriften die in dit bedrijfsvoorschrift vermeld staan, alsmede de toepassing conform de voorschriften gelden nog de volgende veiligheidsvoorschriften: – Arbeids-, veiligheids- en bedrijfsvoorschriften – Explosieveiligheidsvoorschriften –...
2.9 Softwarewijzigingen De software is speciaal voor dit product ontwikkeld en uitgebreid getest. Wijzigingen of toevoegingen van software of softwaredelen zijn niet toegestaan. Uitgezonderd daarvan zijn de door Duijvelaar Pompen B.V. ter beschikking gestelde software-updates. 10 / 82...
3 Transport/opslag/afvoer 3.1 Leveringstoestand controleren 1. Bij de goederenoverdracht elke verpakkingseenheid op beschadiging controleren. 2. In geval van transportschade de omvang van de schade nauwkeurig bepalen, documenteren en onmiddellijk schriftelijk aan Duijvelaar Pompen B.V. of de leverende dealer en de verzekeringsmaatschappij rapporteren. 3.2 Transporteren –...
Pagina 12
Vanwege een aantal componenten geldt het product als speciaal afval: 1. Product demonteren. 2. Materialen scheiden bijv. na: - Aluminium - Kunststofafdekking (voor hergebruik geschikte kunststof) 3. Volgens de plaatselijke voorschriften afvoeren of inleveren bij een erkend afvalverwerkingsbedrijf. Printplaten, vermogenselektronica, condensatoren en elektronische onderdelen gelden als speciaal afval.
Bedrijfsmodus van de pomp Ongeregeld Toerengeregeld, frequentieregelaar gemonteerd in de schakelkast Toerengeregeld, frequentieregelaar gemonteerd op de motor Aantal aansluitbare pompen 4.4 Typeplaatje dp-control III+ F: 4p (6p) VC/SVP:6p www.dp.nl P / N: SPBB10079122 24VAC - 50/60 Hz - 20W IP20/IP55...
– Modbus RTU – RS485 – Profibus DP (optie) – Bacnet MSTP (optie) Buscommunicatie is mogelijk met de frequentieregelaars van de volgende fabrikanten: – DP Var+ / DP Var – Danfoss Microdrive FC 51 – Danfoss Aquadrive FC 202 – Danfoss Mididrive FC280 14 / 82 4.6 Technische gegevens...
Pagina 15
Eigenschap Waarde dp-control III+ Max. ingangsstroom 850 mA ✘ ✘ Max. vermogen 20 W (36 VA) ✘ ✘ Omgevingsvoorwaarden Bedrijfstemperatuur 0 °C tot +60 °C ✘ ✘ Opslagtemperatuur -10 °C tot +70 °C ✘ ✘ Relatieve luchtvochtigheid 5% tot 90%, niet condenserend ✘ ✘ Maximale hoogte boven de zeespiegel 2000 m...
5 Opstelling/Inbouw 5.1 Veiligheidsvoorschriften GEVAAR Ondeskundige installatie Levensgevaar! ▷ Schakelapparaat veilig tegen overstroming installeren. ▷ Gebruik het schakelapparaat nooit in explosiegevaarlijke gebieden. 5.2 Omgevingsvoorwaarden controleren 1. Omgevingsvoorwaarden garanderen. 2. Overleg met de fabrikant bij gebruik onder andere omgevingsvoorwaarden. 3. Zorg ervoor dat de opstellingsplaats aan de volgende voorwaarden voldoet: - Voldoende ruimte voor (de)montage en ventilatie - Geen directe zonnestraling - Vorstbeveiliging...
Afb. 5: Positie van de bevestigingsblokken 3. De vier bevestigingsblokken in de groeven boven (2x), links (1x) en rechts (1x) van het schakelapparaat aanbrengen. 4. Haal de tapeinden op de bevestigingsblokken (vanaf de achterkant) met een inbussleutel van 2,5 mm aan met maximaal 0,2 Nm. Zorg ervoor dat de tapeinden pas worden aangehaald totdat de schuimafdichting ingeperst is en de kunststof behuizing contact maakt met de schakelkast.
5.4.1 Elektrische aansluitingen Afb. 6: Klemmenstrip moederkaart Tab. 9: Aansluitingen moederkaart Code Benaming Beschrijving Potentiaalvereffening 24 V AC netvoeding 20 / 82 RS485_1-communicatielijn. Naast deze aansluiting bevindt zich een afsluitweerstand, die moet worden ingeschakeld als het het einde van de communicatielijn betreft. R1_NO Schakelrelais alarm. R1_C Normaal geopend wanneer een of meer alarmmeldingen aanwezig zijn of wanneer het scha- kelapparaat is uitgeschakeld.
Pagina 21
Code Benaming Beschrijving DO1_NO DO2_C DO2_NO DO3_C DO3_NO DO4_C DO4_NC Aansluitingen voor lekdetectie Digitale ingangen 1 t/m 12, configuratie afhankelijk van de vereisten van de installatie DI10 DI11 DI12 +24V +24V-aansluitingen voor digitale ingangen 1 t/m 12 +24V RS485_2-communicatielijn. Naast deze aansluiting bevindt zich een afsluitweerstand, die moet worden ingeschakeld als het het einde van de communicatielijn betreft.
6 Bedienen 6.1 Bedieningspaneel Afb. 8: Bedieningspaneel Beeldscherm [ð Hoofdstuk 6.1.1, Pagina 24] Draai-/drukknop [ð Hoofdstuk 6.1.2, Pagina 24] Status-LED [ð Hoofdstuk 6.1.3, Pagina 24] 6.1.1 Beeldscherm Om stroom te besparen, schakelt het beeldscherm zichzelf automatisch uit. Om het beeldscherm in te schakelen, op de draai-/drukknop onder het beeldscherm drukken of aan deze knop draaien. Als er een melding is, licht het beeldscherm ook op.
Tab. 11: Betekenis status-LED Kleur status-LED Betekenis Groen (knipperend) Installatie in bedrijf, er zijn geen meldingen. Groen (permanent) Er zijn een of meerdere informatieberichten. Geel (permanent) Er zijn een of meerdere waarschuwingen (mogelijk ook meldingen met een la- gere prioriteit). Rood (permanent) Er zijn een of meerdere alarmmeldingen (mogelijk ook meldingen met een lage- re prioriteit).
6.2.1 Bedrijfsstatus installatie Tab. 12: Symbolen bedrijfsstatus installatie Symbool Betekenis Status OK Er zijn geen waarschuwingen of alarmmeldingen. Er kunnen informatieberichten zijn. De installatie draait zonder problemen. Waarschuwing Er zijn een of meerdere waarschuwingen (mogelijk ook meldingen met een la- gere prioriteit). Alarm Er zijn een of meerdere alarmmeldingen (mogelijk ook meldingen met een lage- re prioriteit).
6.2.3 Vergrendelen/ontgrendelen van het beeldscherm Tab. 14: Symbolen vergrendelen/ontgrendelen van het beeldscherm Symbool Betekenis Bediening van het beeld- Er kunnen geen instellingen worden geconfigureerd, maar er kan wel informatie scherm geblokkeerd worden weergegeven, bijvoorbeeld pompbelasting van de pompen, storingsmel- dingen beperkt tot het geselecteerde onderdeel. Bediening van het beeld- Er kunnen wijzigingen op het beeldscherm worden aangebracht.
6.2.5 Informatie over de installatie Afb. 11: Informatie over de installatie Tab. 16: Symbolen informatie over de installatie Positie Aanduiding Betekenis Weergave sensoren aan Afhankelijk van de aangesloten sensoren worden de volgende waarden weerge- zuigzijde geven: – Uitvoering met druksensor: toont de druk bij binnenkomst in de drukverhogingsinstallatie.
Positie Aanduiding Betekenis Weergave perszijde – Weergave van de firmwareversie (volledige firmwareversie ontstaat in combinatie met positie 1) 6.3 Bedienen via bedieningspaneel Via het bedieningspaneel van de regeleenheid zijn de volgende functies beschikbaar: – Beeldscherm ontgrendelen [ð Hoofdstuk 6.3.1, Pagina 29] – Bedrijfsmodus wijzigen [ð Hoofdstuk 6.3.2, Pagina 29] –...
ü Beeldscherm is ontgrendeld. [ð Hoofdstuk 6.3.1, Pagina 29] 1. Symbool handmatig resetten mogelijk selecteren en op de draai-/drukknop drukken. ð Alle aanwezige meldingen worden gereset. Meldingen die handmatig moeten worden gereset, kunnen alleen worden gereset als de oorzaak ervan is verholpen. 6.3.4 Setpoint instellen Met het setpoint wordt de gewenste druk aan de perszijde vastgelegd.
2. Aan de draai-/drukknop draaien en het symbool Onderhoud noodzakelijk selecteren. ð Links- en rechtsonder op het scherm wordt de firmwareversie weergegeven. 6.4 Bedienen via de app Andere configuratiemogelijkheden zijn alleen via de app DP-Control mogelijk. Deze app is verkrijgbaar via de App Store of Play Store. 31 / 82...
7 Inbedrijfname/buitenbedrijfstelling 7.1 Omgevingsomstandigheden voor inbedrijfstelling en bedrijf Tab. 18: Omgevingsvoorwaarden voor bedrijf Voorwaarde Waarde Omgevingstemperatuur 0 -60 °C Relatieve luchtvochtigheid Min. 5% bis max. 90% Bedauwing niet toegestaan Opstellingshoogte max. 2000 m boven NAP (bij hoge opstelling met reductiefactor) 7.2 Eerste inbedrijfname uitvoeren Voor de inbedrijfname kan een checklist worden gebruikt.
8 Basisconfiguraties van de drukverhogingsinstallatie Het schakelapparaat stuurt verschillende pompaggregaten aan op basis van de configuratie van setpoint en bandbreedte. De pompaggregaten worden in- en uitgeschakeld om de huidige einddruk binnen de symmetrische bandbreedte om het setpoint te handhaven. Als er momenteel geen pompaggregaat van de drukverhogingsinstallatie in werking is, wordt het 1e pompaggregaat direct ingeschakeld als aan het criterium voor de daling van de huidige einddruk onder het setpoint minus de halve bandbreedte wordt voldaan.
draait en de huidige einddruk het setpoint plus de helft van de bandbreedte overschrijdt, wordt het pompaggregaat dat het langst met het maximumtoerental heeft gedraaid gestopt. Het laatste pompaggregaat wordt gestopt door de doorstromingsdetectie. De bedrijfsmodus (parameter 1-1-2-3) moet op Frequentieregelaarbedrijf en het type toerenregeling (parameter 1-1-2-5) op Enkelpompbedrijf worden ingesteld.
8.4.4 Drukregeling met bijstelling van de ingestelde waarde afhankelijk van de capaciteit (DFS) Om drukverliezen in de leidingen te compenseren, kan een drukregeling met DFS-functie worden geactiveerd (parameter 2-4-7-1). De maximale einddrukafwijking (parameter 2-4-7-2) die bij de instelwaarde wordt opgeteld, wordt bereikt bij de maximale installatiebelasting (parameter 1-1-4).
wordt de werkelijke minimale looptijd weer verkort met de correctiestap (parameter 2-3-4) voor de minimale looptijd. Een verlaging van meer dan de minimale looptijd is echter niet mogelijk. 8.5.3 Pompwissel Pompwissel Als de looptijd van een pompaggregaat de geconfigureerde maximale looptijd overschrijdt (parameter 2-4-2-2), kan er een pompwissel plaatsvinden (parameter 2-4-2-1).
In dit geval moet Vlotterschakelaar worden geselecteerd (parameter 2-5-1-1-1) en moet er een digitale ingang worden toegewezen aan de vlotterschakelaar (parameters 1-3-3-1 t/m 1-3-3-18). Er wordt een droogloopgebeurtenis gedetecteerd wanneer het ingangssignaal het niveau Low heeft. In het geval van drukverhogingsinstallaties met een toevoerreservoir vóór de drukverhogingsinstallatie, waarvan het vullen eveneens wordt bewaakt door het schakelapparaat, kan de meting van het niveau in het reservoir door een druksensor op het reservoir ook worden gebruikt voor droogloopbeveiliging.
8.6.6 Leidingvulfunctie Leidingvulfunctie De leidingvulfunctie kan worden geactiveerd (parameter 2-5-6-1) en controleert dan telkens vóór de start van het eerste pompaggregaat van de drukverhogingsinstallatie of de afwijking van de huidige einddruk ten opzichte van het setpoint hoger is dan de met "Afwijking van het setpoint"...
8.9 Functie voor vullen van het reservoir 8.9.1 Reservoirbeheer Reservoirbeheer In het geval van drukverhogingsinstallaties met een zuigreservoir kan dit reservoir worden gevuld onder controle van het schakelapparaat. Hiervoor moet het vullen met drinkwater worden geactiveerd (parameter 2-7-1-1-1). Voor het vullen van het reservoir moet het type toevoerappendage worden geselecteerd (parameter 2-7-1-3-1).
dat het vulniveau Overloop wordt overschreden bij overschrijding van het vulniveau Hoogwater (parameter 2-7-1-5-5), kan worden gespecificeerd of het doorspoelen wordt gestopt in geval van een overloop van het reservoir. 8.9.5 Regenwatervulling Regenwatervulling Als het reservoir moet worden gevuld met regenwater in plaats van drinkwater, kan een extra aansturingsfunctie voor het reservoir worden geactiveerd (parameter 2-7-2-1-1).
9 Onderhoud/inspectie 9.1 Veiligheidsvoorschriften De gebruiker dient ervoor te zorgen dat alle onderhouds-, inspectie- en montagewerkzaamheden worden uitgevoerd door geautoriseerd en gekwalificeerd vakpersoneel dat zich door uitvoerige bestudering van het bedrijfsvoorschrift voldoende heeft geïnformeerd. GEVAAR Per ongeluk inschakelen Levensgevaar door elektrische schok! ▷...
Parameter Beschrijving Waardebereik en afhankelijkheden Fabrieksinstelling Toegangsniveau Toegangsniveau Herstart Lezen Schrijven noodzakelijk Aantal hoofdpompen 1 … (aantal pompen - aantal jockeypompen) Number of pumps Everybody Nobody indien pompgroepen = regeling jockeypomp 1-1-3-3 Aantal pieklastpompen 0 … (aantal pompen - aantal hoofdpompen) Everybody Service 1-1-4...
Pagina 44
Parameter Beschrijving Waardebereik en afhankelijkheden Fabrieksinstelling Toegangsniveau Toegangsniveau Herstart Lezen Schrijven noodzakelijk 1-2-1-1-8 Opvoerhoogte 3 pump data Everybody Service 1-2-1-1-9 Opvoerhoogte 4 pump data Everybody Service 1-2-1-1-10 Opvoerhoogte 5 pump data Everybody Service 1-2-1-1-11 Opvoerhoogte 6 pump data Everybody Service 1-2-1-1-12 Capaciteit 0 pump data...
Pagina 45
Parameter Beschrijving Waardebereik en afhankelijkheden Fabrieksinstelling Toegangsniveau Toegangsniveau Herstart Lezen Schrijven noodzakelijk 1-2-1-2-4 Nominale stroom motor data Everybody Service 1-2-1-2-5 Nominaal toerental motor data Everybody Service 1-2-1-2-6 Nominale vermogensfactor motor data Everybody Service 1-2-1-2-7 Slipcompensatie motor data Everybody Service 1-2-1-2-8 Minimaal toerental voor functie bij motor data Everybody...
Pagina 46
Parameter Beschrijving Waardebereik en afhankelijkheden Fabrieksinstelling Toegangsniveau Toegangsniveau Herstart Lezen Schrijven noodzakelijk Function input 4 [2] Coast inverse motor data Everybody Service [16] Preset bit 0 1-2-1-2-26 Function Relay 1 [0] No operation motor data Everybody Service [1] Control ready [2] Drive ready [4] Enable / no warning [5] VLT running...
Pagina 47
Parameter Beschrijving Waardebereik en afhankelijkheden Fabrieksinstelling Toegangsniveau Toegangsniveau Herstart Lezen Schrijven noodzakelijk Start select [2] Digital Input And Bus motor data Everybody Service [3] Digital Input Or Bus 1-2-1-2-32 Reset mode [0] Manual reset motor data Everybody Service [3] Automatic reset (max. 3 times) 1-2-1-2-33 Motor speed unit [0] RPM...
10.1.3 Ingangen/uitgangen Tab. 21: Parameter Parameter Beschrijving Waardebereik en afhankelijkheden Fabrieksinstelling Toegangsniveau Toegangsniveau Herstart Lezen Schrijven noodzakelijk Ingangen/uitgangen Everybody Nobody 1-3-1 Analoge ingangen Everybody Nobody Opmerking: om een functie te wijzi- gen, moet eerst de functie worden verwijderd door deze op 'Geen func- tie' te zetten.
Pagina 52
Parameter Beschrijving Waardebereik en afhankelijkheden Fabrieksinstelling Toegangsniveau Toegangsniveau Herstart Lezen Schrijven noodzakelijk 1-3-5-3 Selectie thermometerfunctie Omgevingstemperatuur Ambient temperature Everybody Service Watertemperatuur 1-3-7 Kalibratie 1-3-7-1 Sensoren 1-3-7-1-1 Druksensor zuigzijde 1-3-7-1-1-1 Waarde bij 4 mA 0 … waarde bij 20 mA Everybody Service 1-3-7-1-1-2 Waarde bij 20 mA...
Parameter Beschrijving Waardebereik en afhankelijkheden Fabrieksinstelling Toegangsniveau Toegangsniveau Herstart Lezen Schrijven noodzakelijk Pomp 5 Hand UIT Hand UIT Everybody Display/Customer Hand AAN 2-2-1-6 Pomp 6 Automatisch Hand UIT Everybody Display/Customer Hand UIT Hand AAN 2-2-2 Bedrijfsmodus regenwater Everybody Nobody 2-2-2-1 Regenwaterpomp 1 Automatisch Hand UIT...
Pagina 57
Parameter Beschrijving Waardebereik en afhankelijkheden Fabrieksinstelling Toegangsniveau Toegangsniveau Herstart Lezen Schrijven noodzakelijk 2-4-1-2 Maximale frequentie Minimale frequentie: … 150 Hz 100 Hz Everybody Service 2-4-1-4 Pompreactie op uitval van druksen- Alle pompen uitschakelen Stop all pumps Everybody Service Aantal lopende pompen en toerental bevrie- Eén pomp met vast toerental gebruiken Twee pompen met vast toerental gebruiken Drie pompen met vast toerental gebruiken...
Pagina 58
Parameter Beschrijving Waardebereik en afhankelijkheden Fabrieksinstelling Toegangsniveau Toegangsniveau Herstart Lezen Schrijven noodzakelijk 2-4-3-2 Duur van te grote /te kleine toevoer 0 … 60 s 10 s Everybody Service 2-4-4 Functiecontrole 2-4-4-1 Functiecontrole Gedeactiveerd Enabled Everybody Service Geactiveerd 2-4-4-2 Functie Afhankelijk van stilstandtijd Time-dependable Everybody Service...
10.2.5 Installatiebeveiliging Tab. 27: Parameters installatiebeveiliging Parameter Beschrijving Waardebereik en afhankelijkheden Fabrieksinstelling Toegangsniveau Toegangsniveau Herstart Lezen Schrijven noodzakelijk Installatiebeveiliging Everybody Nobody 2-5-1 Droogloopbeveiliging Everybody Nobody 2-5-1-1 Bron 2-5-1-1-1 Bron Geen functie None Everybody Service Druksensor zuigzijde Druksensor op reservoir Drukschakelaar Vlotterschakelaar Stromingsbewaker 2-5-1-1-2 Vertragingstijd voor installatiestop...
Pagina 60
Parameter Beschrijving Waardebereik en afhankelijkheden Fabrieksinstelling Toegangsniveau Toegangsniveau Herstart Lezen Schrijven noodzakelijk 2-5-2-1 Lekdetectie Gedeactiveerd Disabled Everybody Service Geactiveerd 2-5-2-2 Bron Waterdetectie geïntegreerd Water-detection on- Everybody Service board Lekdetectie door extern apparaat 2-5-2-4 Positie Lekkage van het pompsysteem Leakage of pump-sy- Everybody Service stem...
Pagina 61
Parameter Beschrijving Waardebereik en afhankelijkheden Fabrieksinstelling Toegangsniveau Toegangsniveau Herstart Lezen Schrijven noodzakelijk 2-5-3-4 Geforceerde spoeling 2-5-3-4-1 Geforceerde spoeling Gedeactiveerd Disabled Everybody Service Geactiveerd 2-5-3-5 Spoelfunctie Everybody Nobody 2-5-3-5-2 Minimale spoelduur 0 … Maximale spoelduur 10 s Everybody Service 2-5-3-5-3 Maximale spoelduur Minimale spoelduur …...
Pagina 66
Parameter Beschrijving Waardebereik en afhankelijkheden Fabrieksinstelling Toegangsniveau Toegangsniveau Herstart Lezen Schrijven noodzakelijk 2-7-1-2-8 Vulniveau voor resetten laag niveau Vulniveau laag niveau … vulniveau Kritisch 0,15 Everybody Service vulniveau 2-7-1-2-9 Vulniveau Kritiek vulniveau Laag niveau … Vulniveau hoog water Everybody Service 2-7-1-2-10 Vulniveau voor resetten Kritisch vul- Kritisch vulniveau …...
Pagina 67
Parameter Beschrijving Waardebereik en afhankelijkheden Fabrieksinstelling Toegangsniveau Toegangsniveau Herstart Lezen Schrijven noodzakelijk Reactie Melding en spoeling toevoerleiding 0: Only message Everybody Service 2-7-1-5-4 Spoelduur drinkwatertoevoer 0 … 600 s 10 s Everybody Service 2-7-1-5-5 Overloop bij overschrijding van de Niet toegestaan Allowed without mes- Everybody Service...
Parameter Beschrijving Waardebereik en afhankelijkheden Fabrieksinstelling Toegangsniveau Toegangsniveau Herstart Lezen Schrijven noodzakelijk 2-7-1-2-5 Absolute hoogte bij 100% Absolute hoogte bij 0 % … 2000 cm 200 cm Everybody Service 2-7-1-2-6 Sensorpositie boven de bodem van 0 … Vulniveau bij 20 mA 20 cm Everybody Service...
11 Meldingen De volgende tabellen bevatten een overzicht van meldingen die de besturingsunit afwisselend met de actuele status van de installatie in de rechter benedenhoek van het beeldscherm weergeeft. Er zijn meldingen die handmatig moeten worden gereset. [ð Hoofdstuk 9.2.2, Pagina 41] 11.1 Meldingen voor bepaalde pompen In het bereik 100-699 staat het eerste cijfer voor het pompnummer.
ID mel- Parame- Betekenis Status Resetten ding (voorinstel- ling) 2-9-14-4 Draadbreuk druksensor perszijde Alarm Handmatig 2-9-14-5 Draadbreuk druksensor perszijde Alarm Handmatig 2-9-14-6 Einddruk te vaak te laag Informatie Auto 2-9-14-7 Einddruk te vaak te hoog Informatie Auto 2-9-15-1 Storing druksensor bij reservoir Alarm Handmatig 2-9-15-2...
Pagina 77
ID mel- Parame- Betekenis Status Resetten ding (voorinstel- ling) 2-9-25-2 Extern UIT Alarm Auto 2-9-25-3 Brandalarm Waarschuwing Auto 2-9-25-4 Noodstroomvoorziening Waarschuwing Auto 2-9-25-5 Redundante systeemgereedheid Informatie Auto 2-9-26-1 Schatting van de installatiecapaciteit mislukt Waarschuwing Auto 2-9-27-1 Actieve service Waarschuwing Handmatig 2-9-28-1 Te veel mislukte aanmeldingspogingen Informatie...
12 Bijbehorende documentatie 12.1 Checklist voor inbedrijfname en inspectie Tab. 37: Checklist voor de inbedrijfname en inspectie Maatregel Bedrijfsvoorschrift lezen. □ Spanningsvoorziening controleren. □ Spanningsvoorziening met de gegevens op het typeplaatje vergelijken. □ Controles volgens DIN VDE 0100-610 uitvoeren. □ Draairichting controleren. □...
13 EU-conformiteitsverklaring Fabrikant: Duijvelaar pompen DP Pumps Kalkovenweg 13 2401 LJ Alphen aan den Rijn De fabrikant is als enige verantwoordelijk voor het opstellen van deze EU-conformiteitsverklaring. Hierbij verklaart de fabrikant, dat het product: dp-controll III (SPBB10079121) dp-controll III+ (SPBB10079122) – voldoet aan alle bepalingen van de volgende richtlijnen/verordeningen in hun betreffende geldige versie: –...