Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nordson Encore Handleiding pagina 41

Mobiel poederspuitsysteem met toevoerhopper
Verberg thumbnails Zie ook voor Encore:
Inhoudsopgave

Advertenties

Code
Melding
H23
Flow-Rate Air Flow Low Fault
(Laag−storing
transportluchtwaarde)
H24
Atomizing Air Flow Low Fault
(Laag−storing
verstuivingsluchtwaarde)
H25
Flow-Rate Air Flow High Fault
(Hoog−storing
transportluchtwaarde)
H26
Atomizing Airflow High Fault
(Hoog−storing
verstuivingsluchtwaarde)
H27
Trigger On during Power Up
Fault (Trigger−aan storing
tijdens opstarten)
H31
Boost Valve Fault (Storing
boost−klep)
H32
Gun Air Valve Fault (Storing
pistoolluchtklep)
H33
Fluidizing Air Valve Fault
(Storing fluïdisatieluchtklep)
H34
Purge Air Valve Fault (Storing
spoelluchtklep)
H36
Communications Fault LIN Bus
(Communicatiestoring LIN−bus)
E 2008 Nordson Corporation
De instelwaarde voor transportlucht is mogelijk te hoog en niet
haalbaar door het systeem. De maximumwaarde voor transportlucht
hangt af van factoren zoals de slangdiameter en −lengte en het
pomptype.
Controleer de luchtslang vanaf de iFlow−module naar de
poederpomp op afknelling of verstopping. Controleer of de
terugslagkleppen niet geblokkeerd zijn. Koppel de luchtslang af bij
de pomp, wis de helpcodes en trigger het pistool. Als de helpcode
niet opnieuw verschijnt, reinig of vervang dan het venturimondstuk
van de pomp of het aansluitstuk.
Controleer de toevoerdruk van het persluchtsysteem. De drukmoer
hoger zijn dan 85 psi. Controleer het systeemfilter en de slang vanaf
het filter naar de voedingseenheid op afknelling en verstopping.
Zie Hoofdstuk 5, Reparatie voor de juiste werkwijze bij het gebruik
van de iFlow−luchtcontroleset om de werking te controleren van de
doseerkleppen van de iFlow−module en de uitgang van de
precisie−drukregelaar.
Als het spuitpistool uit is getriggerd terwijl de helpcode verschijnt,
haal dan de luchtslang los van de betreffende luchtaansluiting en
stop deze af. Wis de helpcodes. Als de code niet opnieuw
verschijnt, zit de doseerklep vast in de open−stand. Zie Hoofdstuk 5,
Reparaties voor instructies over reiniging.
Als het spuitpistool aan is getriggerd terwijl de helpcode verschijnt,
haal dan de luchtslang los van de betreffende luchtaansluiting en stel
transportlucht in op nul. Wanneer er nog steeds lucht uit de
aansluiting stroomt, stop dan de aansluiting af en wis de helpcodes.
Als de code niet opnieuw verschijnt, zit de doseerklep vast in de
open−stand. Zie hoofdstuk 5, Reparaties voor instructies over
reiniging.
Als de helpcode wel opnieuw verschijnt en de besturinginterface
geeft aan dat er luchttransport is, controleer dan op luchtlekken
rondom de doseerkleppen of transducers op de iFlow−module.
Als de helpcode blijft bestaan, stel de module dan terug naar nul
zoals beschreven op pagina 4-6.
Zie Hoofdstuk 5, Reparatie voor de juiste werkwijze bij het gebruik
van de iFlow−luchtcontroleset om de werking te controleren van de
doseerkleppen van de iFlow−module en de uitgang van de
precisie−drukregelaar.
Deze storing verschijnt als het pistool aan was getriggerd terwijl de
interface werd aangezet. Zet de interface uit, wacht enkele
seconden, zet de interface weer aan en zorg daarbij dat het
spuitpistool niet aan is getriggerd.
Zie de bedradingsschema's voor de besturing in dit Hoofdstuk.
Controleer de aansluitingen in de bedrading naar de
magneetkleppen. Controleer de magneetklepwerking door een
vinger op de magneetklep te plaatsen en de betreffende functie te
triggeren (boost−magneetklep moet openen als transportlucht hoger
is ingesteld dan 3,4 M3/HR (2.0 SCFM). Vervang de klep als de
magneetklep niet werkt.
Controleer de pistoolkabelaansluiting bij de interfacemodule, bij de
hoofdbesturingskaart in de module en bij de pistooldisplaymodule.
Controleer de pistoolkabel op doorgeleiding (zie pagina 4-8).
Vervang de kabel als deze versleten is.
Problemen en oplossingen
Correctie
4-3
P/N 7146074A

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave