Tabel 2-16
Menu Afdrukkwaliteit (vervolg)
Menuoptie
Autodetectiemodus
Optimaliseren
NLWW
Submenuoptie
Detectie lade 1
Detectie lade 2-5
Papierkrul
Rotatie vooraf
Fusertemperatuur
Lade 1
Modus Glanzend
Waarden
Volledige detectie
(standaard voor lade 1)
Uitgebreide detectie
(standaard voor laden
2-5)
Alleen transparant
Uitgebreide detectie
Alleen transparant
(standaard)
Normaal
Lager
Uitschakelen
(standaard)
Aan
Normaal(standaard)
Alternatief 1
Alternatief 2
Alternatief 3
Normaal
(standaard)
Alternatief
Normaal(standaard)
Hoog
Omschrijving
Wanneer u
Volledige detectie
gewoon, zwaar, glanzend en stevig papier en
overheadtransparanten herkend. Wanneer
Uitgebreide detectie
is geselecteerd, herkent het
apparaat normaal papier, overheadtransparanten,
glanzend papier en extra stevig papier. Wanneer
Alleen transparant
is geselecteerd, herkent het
apparaat alleen overheadtransparanten en andere
typen transparanten.
Wanneer
Uitgebreide detectie
het apparaat normaal papier, transparanten voor
overheadprojectors, glanzend papier en extra stevig
papier. Wanneer
Alleen transparant
herkent het apparaat alleen transparanten voor
overheadprojectors en voor andere doeleinden.
Stel deze optie in op
Lager
om het omkrullen van papier
tegen te gaan. Als u deze optie selecteert, wordt de
normale snelheid verlaagd tot 10 ppm (in plaats van 40
ppm) en de driekwartsnelheid tot 7,5 ppm (in plaats van
30 ppm).
Als er horizontale strepen op het papier verschijnen,
stelt u deze optie in op Aan. Wanneer deze optie is
ingeschakeld, duurt het langer voordat het apparaat is
opgewarmd.
Als er onder aan de pagina of op de volgende pagina
nog een vage afbeelding van de pagina zichtbaar is,
moet u eerst controleren of Papiersoort en
Afdrukmodus juist zijn ingesteld voor het papier dat u
gebruikt. Als deze vage afbeeldingen nog steeds
worden afgedrukt, stelt u de functie Fusertemperatuur
in op een van de Alternatief-instellingen. Probeer eerst
de instelling Alternatief 1 en kijk of dit het probleem
oplost. Als dat niet het geval is, probeert u Alternatief 2
en vervolgens Alternatief 3. Bij de instellingen
Alternatief 2 en Alternatief 3 kan er extra vertraging
tussen de taken optreden.
Als op de achterkant van het papier vlekken zichtbaar
zijn wanneer u vanuit lade 1 afdrukt, stelt u de modus
in op Alternatief. Hiermee verhoogt u de
reinigingsfrequentie.
Met deze functie zorgt u voor een doorlopende kwaliteit
bij het afdrukken van taken met hoogglans. Stel deze
functie in op Hoog voor afdrukken van glanstaken,
zoals foto's, als de glans na het afdrukken van de
eerste pagina afneemt. Deze instelling verlaagt de
prestaties voor alle papiersoorten.
Menu Afdrukkwaliteit
selecteert, worden licht,
is geselecteerd, herkent
is geselecteerd,
51