Elektrische installatie
4
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
4.1
WAARSCHUWINGEN
Algemene waarschuwingen
Lees de waarschuwingen in hoofdstuk III.1 p. 4 : hierin staat
belangrijke informatie over de normen en de veiligheid.
Conformiteit met de installatienormen
De installatie moet in overeenstemming zijn met de geldende
normen die van toepassing zijn, op basis van het land en de
plaats van de installaties, voor wat de veiligheid, het ontwerp,
de uitvoering en het onderhoud van elektrische installaties
betreft.
Bovendien moet de installatie in overeenstemming zijn met de
voorschriften van de constructeur.
Componenten onder spanning
Voordat u de elektrische aansluitingen uitvoert wanneer het
toestel op zijn definitieve plaats is opgesteld, moet u ervoor
zorgen om niet te werken op componenten die onder span-
ning staan.
Aarding
Het toestel moet op een efficiënte aardingsinstallatie zijn aan-
gesloten, uitgevoerd in overeenstemming met de geldende
normen.
Het is verboden om de gasleidingen als aardgeleider te gebrui-
ken.
Isolering van kabels
Houd de vermogenskabels fysisch gescheiden van de
signaalkabels.
De elektrische voedingsschakelaar niet gebruiken om het
toestel aan/uit te zetten
De externe scheidingsschakelaar (GS) nooit gebruike om het
toestel aan en uit te zetten, omdat u zo het toestel kunt be-
schadigen (een black-out die zich af en toe voordoet wordt wel
getolereerd).
Om het apparaat in- en uit te schakelen uitsluitend de speciaal
daarvoor bestemde besturingsinrichting gebruiken (DDC of
externe vrijgave).
Aansturing van de watercirculatiepomp
De watercirculatiepomp van het hydraulische/primaire circuit
moet verplicht via de elektronische kaart (S61) van het toestel
worden aangestuurd. Het is niet toegestaan om de circulatie-
pomp zonder consensus van het toestel te starten/stoppen.
4.2
ELEKTRISCHE INSTALLATIES
De elektrische aansluitingen moeten het volgende voorzien:
elektrische voeding (Paragraaf 4.3 p. 23 )
▶
besturingssysteem (Paragraaf 4.4 p. 23 )
▶
22
De aansluitingen uitvoeren
Alle elektrische aansluitingen worden gedaan in de schakelkast (Afb.
4.1 p. 22 ):
1. Zorg ervoor dat het elektrische paneel van het apparaat niet onder
spanning staat.
2. Verwijder het frontpaneel van het toestel en het deksel van het
elektrische paneel.
3. Voer de kabels door de daarvoor bestemde openingen op de
aansluitplaat.
4. Voer de kabels door de daarvoor bestemde kabeldoorgangen in
het schakelbord.
5. Zoek de voorziene aansluitklemmen.
6. Voer de aansluitingen uit.
7. Het elektrische paneel sluiten en het frontpaneel van het toestel
opnieuw monteren.
Afbeelding 4.1 Elektrisch schakelbord GAHP-AR
A
Kabeldoorgang CAN-bus
B
Kabeldoorgang signaal 0-10 V pomp Wilo Stratos Para
C
Elektronische kaarten S61+Mod10+W10
D
Klemmenbord
E
Transformator 230/24 Vac
F
Stuureenheid voor vlamcontrole
G
Doorvoer voeding en besturing circulatiepomp
H
Doorvoer voeding GAHP
Klemmen:
Klemmenbord TER
L-(PE)-N Fase/aarding/neutraal voeding GA
Klemmenbord MA
N-(PE)-L Neutraal/aarding/fase voeding circulatiepomp
3-4
Consensus circulatiepomp
4