3
Afbeelding 3.2 Componentenkit afvoerleiding gassen
A
Terminal
B
Klembandje voor bevestiging aan de leiding
C
Uitlaatgasleiding L = 750 mm
D
Klembandje voor aanspannen van de leiding
E
T-stuk
F
Opvanggootje
G
Slangaansluitstuk + leiding condensafvoer
De rookgaskit monteren
Afbeelding 3.2 p. 21 :
1. Verwijder het voorpaneel.
2. Verwijder de beschermkap.
3. Plaats het klembandje met afstandhouder (B) in de daarvoor
bestemde opening op het linkerpaneel van het apparaat.
4. Zet de condensverzamelbak (F) vast op het T-stuk (E).
5. Zet het T-stuk (E) vast op de uitlaatgasleiding van het apparaat
(Ø 80 mm).
6. Zet de uitlaatgasleiding (C) (L = 750 mm) vast op het T-stuk (E).
7. Vergrendel de uitlaatgasleiding (C) in het klembandje met af-
standshouder (B).
8. Monteer de terminal (A) op de uitlaatgasleiding (C).
9. Zet het slangaansluitstuk voor condensafvoer en de betreffen-
de siliconen slang (G) vast.
10. Hermonteer het voorpaneel.
De dop heeft tot doel te voorkomen dat er water en/of
vreemde voorwerpen in het apparaat komen voordat de ter-
minal is geïnstalleerd. Het is daarom belangrijk dat de beveili-
ging pas wordt verwijderd na voltooiing van de installatie van
het apparaat.
Eventuele schoorsteen
Indien nodig kan het toestel op een schoorsteen worden aangesloten.
Raadpleeg voor de berekening van de schoorsteen de Tabel
▶
1.1 p. 14 en de ontwerphandleiding.
De schoorsteen moet door een gekwalificeerd bedrijf worden
▶
ontworpen, gedimensioneerd, gecontroleerd en uitgevoerd met
materialen en componenten die beantwoorden aan de geldende
normen in het land van de installatie.
Voorzie een aansluiting voor de analyse van de rookgassen op een
▶
toegankelijke plaats.
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud – GAHP-AR
Voer om corrosie te vermijden de afvoer van de zure con-
densen naar de onderkant van het rookafvoerkanaal.
3.11
AFVOER VAN ROOKGASCONDENS
De eenheid GAHP-AR produceert condenswater uit de rookgassen.
Zuurtegraad van de condens en afvoernormen
Condenswater van rookgassen bevat agressieve zure substan-
ties. Raadpleeg de geldende normen die van toepassing zijn
om de condens af te voeren en te verwijderen.
Indien vereist, moet u een neutralisator van de zuurtegraad
met geschikt vermogen installeren.
Geen dakgoten gebruiken om de condens af te voeren
Het condenswater van rookgassen niet in de dakgoten afvoe-
ren, wegens het risico voor corrosie van de materialen en ge-
vaar voor ijsvorming.
Koppeling condensafvoer
De aankoppeling voor het afvoeren van de rookgascondensatie zit aan
de onderkant van de rookafvoerhaard (Afb 3.2 p. 21 ).
De aansluiting van het condenswater op de afvoer moet bij atmo-
▶
sferische druk uitgevoerd worden door in een siphon te lopen aan-
gesloten op het afvoersysteem.
Collector condensafvoer van rookgassen
Om de condensafvoercollectors uit te voeren:
Dimensioneer de leidingen voorde maximale stroomsnelheid van
▶
de condensatie.
Gebruik plastic materialen die bestand zijn tegen een zuurtegraad
▶
pH 3-5.
Voorzie een minimale helling van 1%, dit betekent 1 cm per meter
▶
van het traject (anders is een stuwpomp nodig).
Voorkom bevriezing.
▶
Indien mogelijk moet u met huishoudelijk afvalwater verdunnen
▶
(vb. van de badkamer, wasmachines, vaatwassers, ...), die basisch
zijn en neutraliseren.
3.12
AFVOER SMELTWATER
Ontdooien
Tijdens de winter kan er zich ijs op de koelvinnenbatterij vor-
men, en voert het toestel ontdooicycli uit.
Inzamelingsbak en drainagesysteem
Zorg voor een opvangbak of stoeprandhouder en een afvoersys-
▶
teem voor het dooiwater, om overstromingen, bevriezing en scha-
de te voorkomen.
Hydraulische installatie
21