Camera
7 — Afbeeldingteller (het geschatte aantal foto's dat u kunt maken met de
ingestelde afbeeldingskwaliteit en het geschikte geheugen)
8 — Gebruikte geheugen. Afhankelijk van de instelling van het apparaat beschikt u
over de volgende opties: apparaatgeheugen ( ) of geheugenkaart (
9 — Scènemodi
Opname-instellingen
Als u de weergave met opname-instellingen wilt openen voordat u een afbeelding
of videoclip opneemt, selecteert u Menu > Toepassngn > Camera en
De weergave met opname-instellingen biedt snelkoppelingen naar verschillende
items en instellingen voordat u een afbeelding of videoclip opneemt.
De opname-instellingen worden opnieuw op de standaardwaarden ingesteld
wanneer u de camera sluit.
Maak een keuze uit de volgende opties:
— Selecteer de scène.
of
— Schakel tussen de video- en afbeeldingsmodus.
of
— Geef het zoekraster weer of verberg het (alleen afbeeldingen).
— Hiermee activeert u de zelftimer (alleen foto's).
— Activeer de reeksmodus (alleen afbeeldingen).
— Open Galerij.
Foto-instellingen:
— Selecteer een kleureffect.
— Hiermee past u de witbalans aan. Hiermee selecteert u de huidige
belichtingssituatie. Met behulp van deze optie kunt u de kleuren van de camera
nauwkeuriger instellen.
— Hiermee past u de belichtingscompensatie aan (alleen foto's). Als u een
opname maakt van een donker onderwerp tegen een zeer lichte achtergrond (zoals
84
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
).
.