Instellingen
gaan als de bestanden op uw apparaat beschadigd zijn geraakt. Het verlies van de
activeringssleutels of de inhoud kan uw mogelijkheden beperken om dezelfde
inhoud op uw apparaat nogmaals te gebruiken. Neem voor meer informatie contact
op met uw serviceprovider.
Sommige activeringssleutels zijn mogelijk gekoppeld aan een specifieke SIM-kaart.
In dat geval kunt u alleen toegang tot de beschermde inhoud krijgen als die SIM-
kaart in het apparaat is geplaatst.
Waarschuwingslampjes
Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon > Meldingsindicatoren.
Selecteer Stand-by comm. om de stand-by ademverlichting aan of uit te zetten.
Wanneer de stand-by ademverlichting aan staat, licht de menutoets zo nu en dan
op.
Selecteer Meldingsindicator om het waarschuwingslampje aan of uit te zetten.
Wanneer het waarschuwingslampje brandt, licht de menutoets op gedurende de
door u gedefinieerde tijd om u op de hoogte te brengen van gemiste
gebeurtenissen, zoals gemiste oproepen of ongelezen berichten.
Oproepinstellingen
Oproepinstellingen
Selecteer Menu > Instellingen. Selecteer Bellen > Oproep en kies een van de
volgende opties:
● Identificatie verzenden — Selecteer Ja om in te stellen dat uw
telefoonnummer wordt getoond aan degene naar wie u belt. Als u de instelling
wilt gebruiken die u bent overeengekomen met uw serviceprovider, selecteert
u Ingest. door netwerk (netwerkdienst).
● Oproep in wachtrij — Hiermee stelt u uw apparaat in om een melding te krijgen
van inkomende oproepen terwijl u in gesprek bent (netwerkdienst), of
controleert u of de functie is geactiveerd.
134
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.