Connectiviteit
toegangspunt worden gedeeld. Als u deze stap overslaat, wordt u gevraagd een
verbindingsmethode te selecteren en de benodigde instellingen te definiëren.
Als u de instellingen van een toegangspunt wilt bewerken, opent u een van de
groepen met toegangspunten en selecteert u een toegangspunt. Volg de instructies
van de serviceprovider.
● Naam verbinding — Hier kunt u een naam voor de verbinding invoeren.
● Gegevensdrager — Selecteer het type gegevensverbinding.
Afhankelijk van de geselecteerde gegevensverbinding zijn slechts bepaalde velden
beschikbaar. Vul alle velden in die zijn voorzien van de aanduiding Is verplicht of
een rode asterisk (*). De overige velden hoeft u alleen in te vullen als uw
serviceprovider dat aangeeft.
Als u een gegevensverbinding wilt gebruiken, moet de serviceprovider deze functie
ondersteunen en zo nodig activeren op de SIM-kaart.
Groepen met toegangspunten maken
Selecteer Menu > Instellingen en Connectiviteit > Bestemmingen.
In sommige toepassingen kunt u groepen met toegangspunten gebruiken om een
netwerkverbinding tot stand te brengen.
U kunt een groep met meerdere toegangspunten maken en de volgorde opgeven
waarin de toegangspunten worden gebruikt om verbinding met een bepaald
netwerk te maken. U hoeft dan niet telkens opnieuw een toegangspunt te
selecteren wanneer het apparaat een netwerkverbinding maakt.
Selecteer Opties > Beheren > Nieuwe bestemming als u een nieuwe groep met
toegangspunten wilt maken.
Selecteer de groep en selecteer Opties > Nieuw toegangspunt om
toegangspunten aan een groep met toegangspunten toe te voegen. Als u een
bestaand toegangspunt wilt kopiëren van een andere groep, selecteert u de groep,
tikt u op het betreffende toegangspunt als dit nog niet is gemarkeerd en selecteert
u Opties > Indelen > Kop. nr andere best..
104
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.