Remeha
Gas 6002
9. INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE GAS TECH NI SCHE INSTALLATEUR
9.1 Algemeen
De gasaansluitingen moeten voldoen aan de NEN 1078
voor huishoudelijke gasinstallaties en aan de NEN 2078
voor industriële gasinstallaties.
In de gas toe voer lei dingen moeten gasfi lters worden
gemonteerd met een fi l ter fi jn heid van 50 micron.
De 2" gas aan slui tingen van de ketel bevinden zich aan
de zelf de zijde als de wa ter aan slui tin gen, de lucht toe voer-
aan slui ting (bij gesloten uitvoering) en de bedienings-
panelen.
9.2 Afpersen van de gasinstallatie
Gasinstallaties moeten gasdicht zijn. Zie voor be proe ving
en controle de NEN 1078 voor huishoudelijke gasinstal-
laties en de NEN 2078 voor industriële gasinstallaties.
Tijdens het afpersen dient de apparatuur van de ketel
afgekoppeld te worden van de gasleidingen.
9.3 Gasdrukken
Gastoevoerdruk: 20-30 mbar. Hogere gastoevoerdrukken
alleen in overleg met het gasbedrijf.
Maximaal 100 mbar.
22