Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montagerichtlijnen En In Stal La Tie Voor Schrift Voor Het Waterzijdige Ge Deel Te; Algemeen; Wateraansluitingen; Waterdruk - REMEHA Gas 6002 Technische Informatie En Montagehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

8. MONTAGERICHTLIJNEN EN IN STAL LA TIE VOOR SCHRIFT VOOR HET WATERZIJDIGE GE DEEL TE

8.1 Algemeen

De Remeha Gas 6002 wordt in losse delen geleverd. De
afmetingen zijn zodanig, dat alle delen via een nor ma le
toegangsdeur in het ketelhuis kun nen worden ge bracht.
De bemanteling en de apparatuurdelen worden in ver-
pak kings een he den geleverd.

8.2 Wateraansluitingen

De wateraansluitingen bestaan uit fl enzen (NW 80) over-
een kom stig DIN 2576 en bevinden zich aan dezelfde
zijde als de gasaansluitingen, de lucht toe voer aan slui ting
(bij gesloten uitvoering) en de bedieningspanelen.
Net onder de fl ens van de aanvoeraansluitingen bevinden
zich 1
1
/
" lassokken voor montage van een veiligheidsklep
4
per ketelmodule (zie par. 8.4). Verder bevindt zich in iede-
re aanvoerleiding onder de bemanteling van de ketel
een dom pel buis (Ø 7 mm), voor eventuele montage van
temperatuurvoelers.

8.3 Waterdruk

De ketelleden worden afzonderlijk on der wor pen aan een
proefdruk van 12 bar. De maximale proefdruk voor een
ge mon teer de ketel bedraagt 6 bar. De ketels kunnen
worden toegepast voor bedrijfsdrukken tussen 0,8 en 6
bar.

8.4 Veiligheidskleppen

De veiligheidskleppen moeten qua afmeting en plaats
voldoen aan de in de NEN 3028 gestelde eisen. Onder
de aanvoerfl enzen bevinden zich 1
montage van een veiligheidsklep per ketelmodule.
Let op:
Veiligheidskleppen niet direct naast de ketel plaatsen
i.v.m. het nog kunnen wegnemen van de zijmantels.
1
/
" aansluitingen voor
4
21

8.5 Manometer

De installatie en elke afsluitbare ketelmodule moeten
voor zien zijn van een manometer. Op die manometer moet
de insteldruk van de veiligheidskleppen met een rode
markering zijn aangegeven. Zie NEN 3028.
8.6 Het vullen, navullen en ontluchten van de in stal la tie
De eerste vulling van een installatie kan geschieden via
één van de vul- en aftapkranen van de ketel. Het navullen
van de installatie dient elders te geschieden. Dit om
warm te span nin gen in de ketel te voorkomen. Vóór het
vullen van de ketel dienen de dopjes van de automatische
ontluchters, die zich aan de tegenovergestelde zijde van
de aansluitingen op het eindlid van de gietijzeren warm te-
wis selaars bevinden, los ge draaid te worden. Het ontluch-
ten dient op het hoog ste punt van de in stal la tie te ge schie-
den, nadat de gehele in stal la tie tot ca. 80°C is op ge-
stookt en de pom pen zijn uitgezet.

8.7 Het aftappen van de ketel

Het aftappen van de ketel moet geschieden via de vul-
en aftapkranen van de ketel. Het aftappen van de gehele
installatie dient via een ander punt te geschieden, om te
voor ko men dat eventueel vuil uit de installatie in de ketel
terechtkomt.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave