De machine gebruikt de koelvloeistof R32, geschikt voor het gehele toepassingsgebied van de machine.
De regeleenheid is voorbedraad, ingesteld en getest in de fabriek. Alleen de normale aansluitingen ter plaatse, zoals
leidingen, elektrische aansluitingen en vergrendelinrichtingen van de pompen zijn noodzakelijk, waardoor de installatie
wordt vereenvoudigd en de betrouwbaarheid toeneemt. Alle regelsystemen voor veiligheid en besturing worden in de
fabriek geïnstalleerd in het bedieningspaneel.
De aanwijzingen van deze handleiding zijn van toepassing op alle modellen van deze serie, tenzij anders aangegeven.
Informatie over het koelmiddel
Dit product bevat het koelmiddel R32 dat een minimale impact op het milieu heeft, dankzij de lage waarde van
aardopwarmingsvermogen (Global Warming Potential - GWP). Volgens ISO 817 is het koelmiddel R32 ingedeeld als A2L,
enigszins ontvlambaar, aangezien de mate van vlamverspreiding laag en niet-giftig is.
Het koelmiddel R32 kan langzaam branden onder de volgende omstandigheden:
De concentratie ligt tussen de onderste en bovenste limiet voor ontvlambaarheid (LFL & UFL)
T windsnelheid<snelheid vlamverspreiding
Energie van de ontstekingsbron>minimale ontstekingsenergie
Het koelmiddel vormt echter geen risico onder normale gebruiksomstandigheden voor airconditioningsystemen en
werkomgevingen.
Gebruik
De systemen EWAT_B zijn ontworpen en gebouwd voor het koelen van gebouwen of industriële processen. De eerste
ingebruikname op de plaats van installatie bij de klant moet worden uitgevoerd door de technici van Daikin die daarvoor
specifiek zijn opgeleid. De niet-naleving van de opstartprocedures zal gevolgen hebben voor de garantie voor de levering.
De standaardgarantie voor deze apparatuur dekt onderdelen die bewezen defecten van materiaal of vakmanschap
vertonen. Materialen die onderhevig zijn aan een natuurlijke slijtage worden niet door deze garantie gedekt.
Informatie over de installatie
De koeler moet geïnstalleerd worden in de open lucht of in een machinekamer (classificatie locatie III).
Om de voor de locatie een classificatie III te garanderen, moet op het/de secundaire circuit(s) een mechanische ventilatie
geïnstalleerd worden.
De plaatselijk geldende bouwvoorschriften en veiligheidsnormen moeten worden nageleefd; neem in geval van
ontbrekende plaatselijke voorschriften en normen naar de richtlijn EN 378-3:2016 als richtlijn.
Paragraaf "Verdere richtlijnen voor een veilig gebruik van R32" verstrekt verdere informatie die een aanvulling vormen voor
de eisen van de veiligheidsnormen en bouwvoorschriften.
Verdere richtlijnen voor een veilig gebruik van R32 voor apparatuur die zich in de open lucht bevindt
Koelsystemen die zich in de open lucht bevinden moeten zo geplaatst worden dat het lekken van koelvloeistof in een
gebouw of het op andere wijze in gevaar brengen van personen en voorwerpen wordt voorkomen.
Voorkom dat het koelmiddel in geval van lekkages in eventuele ventilatieopeningen, deuropeningen, luiken of soortgelijke
openingen kan stromen. Wanneer er in de open lucht een beschutting voor de koelapparatuur is voorzien, moet gezorgd
worden voor natuurlijke of geforceerde ventilatie.
In geval van koelsystemen die buiten zijn geïnstalleerd op een plaats waard vrijgekomen koelmiddel kan stagneren, bijv.
onder de grond, dan moet de installatie voldoen aan de eisen voor gasdetectie en ventilatie van machinekamers.
Verdere richtlijnen voor een veilig gebruik van R32 voor apparatuur in een machinekamer
Wanneer de koelapparatuur geïnstalleerd wordt in een machinekamer, moet de plaatsing voldoen aan de plaatselijke en
nationale regelgeving. Voor de beoordeling kunnen de volgende vereisten (volgens EN 378-3:2016) gebruikt worden.
Er moet voor het koelsysteem een risicoanalyse vanuit het oogpunt van de veiligheid worden uitgevoerd (zoals
bepaald door de fabrikant en volgens de indeling voor laden en veiligheid van het gebruikte koelmiddel) om te
Fysieke kenmerken van het koelmiddel R32
Veiligheidsklasse (ISO 817)
PED-groep
3
Praktische limiet (kg/m
)
ATEL/ ODL (kg/m
3
)
3
LFL (kg/m
) @ 60°C
Dampdichtheid @25°C, 101.3 kPa (kg/m
Molecuulmassa
Kookpunt (° C)
GWP (100 yr ITH)
GWP (ARS 100 yr ITH)
Zelfontbrandingstemperatuur (° C)
A2L
1
0,061
0,30
0,307
3
)
2,13
52,0
-52
675
677
648
D-EIMAC01706-18_02NL - 5/35