m = specifieke inhoud water [l/kW].
Opmerking: De bovenstaande formule voor berekening houdt rekening met verschillende factoren zoals de stoptijd van
de compressor en het toelaatbare temperatuurverschil tussen de uitschakeling en de herstart van de laatste compressor.
In dit opzicht verwijst de berekende minimale inhoud van water naar de werking van de machine in een normaal
airconditioningsysteem. Als er een hogere stabiliteit van de werking is vereist, wordt aanbevolen om de berekende
hoeveelheid water te verdubbelen. Voor de meest nauwkeurige berekening van de hoeveelheid water wordt aangeraden
contact op te nemen met de ontwerper van het systeem. In zeer eenvoudige systemen is het mogelijk noodzakelijk om in
het hydraulische circuit een inerte opslagtank op te nemen, door middel waarvan het minimaal vereiste watervolume bereikt
kan worden. De opname van dit onderdeel moet de correcte menging van het water garanderen en daarom wordt
aanbevolen te kiezen voor een tank met binnenin de voor dit doel bestemde membranen.
Antivriesbescherming voor verdampers en warmtewisselaars voor terugwinning
Alle verdampers zijn uitgerust met een elektrische, thermostatisch bestuurde weerstand, die een geschikte
antivriesbescherming biedt bij temperaturen tot -18°C.
Niettemin kunnen er, tenzij de warmtewisselaars volledig leeg zijn en schoongemaakt met een antivriesoplossing, ook
andere aanvullende methodes worden gebruikt tegen het bevriezen.
Bij het ontwerp van het gehele systemen moeten twee of meer van de onderstaande beschermingsmethoden overwogen
worden:
continue circulatie van de waterstroom in de waterleidingen en de warmtewisselaars;
toevoeging van een voldoende hoeveelheid glycol in het watercircuit;
extra thermische isolatie en verwarming van de blootgestelde leidingen;
als het systeem tijdens de winter niet functioneert: lediging en reiniging van de warmtewisselaar.
Het is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of van het plaatselijke onderhoudspersoneel om ervoor te
zorgen dat de beschreven antivriesmethoden worden toegepast. Controleer dat de gepaste antivriesbescherming
altijd wordt gehandhaafd. Niet-naleving van de bovenstaande aanwijzingen kan leiden tot beschadiging van het
systeem.
Vorstschade wordt niet gedekt door de garantie en Daikin Applied Europe S.p.A. wijst derhalve alle
aansprakelijkheid af
Elektrische aansluitingen
Zorg voor een elektriciteitsnet waarop het systeem kan worden aangesloten. De aansluiting moet gebeuren met koperen
kabels met een doorsnede die geschikt is voor de absorptiewaarden op het typeplaatje en volgens de huidige elektrische
normen.
Daikin Applied Europe S.p.A. weigert alle aansprakelijkheid voor een onjuist uitgevoerde elektrische aansluiting.
De aansluitingen op de aansluitklemmen moeten gebeuren met koperen aansluitklemmen en kabels:
anders kan er op de aansluitpunten oververhitting of corrosie optreden en dus risico op beschadiging
van het systeem. De elektrische aansluiting moet, volgens de van kracht zijnde regelgeving, worden
uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Er bestaat gevaar op elektrische schokken.
De stroomvoorziening voor het systeem moet zo worden opgezet dat, door middel van een hoofdschakelaar, in- en
uitschakelen mogelijk is op een onafhankelijk manier van de stroomvoorziening van andere systeemonderdelen en andere
apparatuur in het algemeen.
Bij de elektrische aansluiting van het paneel moet de correcte fasevolgorde in acht worden genomen. Verwijs naar het
specifieke schakelschema van het door u aangekochte systeem. Als het schakelschema niet op het systeem staat
aangegeven of verloren raakt, neem dan contact op met de vertegenwoordiger van de fabrikant voor het aanvragen van
een kopie. Neem in geval van verschillen tussen het schakelschema en het schakelbord/de kabels contact op met de
vertegenwoordiger van de fabrikant.
Pas op de aansluitklemmen van de hoofdschakelaar geen torsie, spanning of gewicht toe. De kabels
van de stroomvoorziening moeten door geschikte systemen ondersteund worden.
Om interferenties te vermijden, moeten alle stuurdraden gescheiden van de elektrische kabels worden aangesloten.
Hiervoor moeten verschillende elektrische kabelgoten gebruikt worden.
Gelijktijdige één- en driefasige belasting en fase-onbalans kunnen tijdens de normale werking van het systeem leiden tot
verliezen van de massa tot 150 mA. Als het systeem voorzieningen omvat die hogere harmonischen genereren, zoals een
inverter of fase-afsnijding, kunnen de massaverliezen veel hogere waarden bereiken, van ongeveer 2 A.
D-EIMAC01706-18_02NL- 20/35
Model
m
EWATxxxB-XXA1
5 l/kW
EWATxxxB-XXA2
2,5 l/kW