De bovenstaande minimale afstanden verzekeren de goede werking van de koeler voor de meeste toepassingen. Er kan
echter sprake zijn van specifieke situaties, waaronder de installatie van meerdere koelers, waarbij de volgende
aanbevelingen in acht moeten worden genomen:
Meerdere koelers naast elkaar geïnstalleerd in het open veld met overheersende wind
Gelet op een installatie in gebieden met een overheersende wind uit een specifieke richting (zoals aangegeven op de
volgende afbeelding):
Koeler nr. 1: functioneert normaal zonder eventuele overtemperatuur van de omgeving.
Koeler nr. 2: functioneert in een verwarmde omgeving. De koeler functioneert met luchtrecirculatie van koeler 1
en de eigen recirculatie.
Koeler nr. 3: functioneert in een omgeving met overtemperatuur door de luchtrecirculatie van de andere twee
koelers.
Om de recirculatie van hete lucht als gevolg van overheersende wind te voorkomen, moet de voorkeur worden gegeven
aan een installatie waarbij alle koelers worden uitgelijnd met de overheersende wind (zie onderstaande afbeelding).
Meerdere koelers naast elkaar geïnstalleerd op een omheind terrein
In geval van omheinde terreinen met muren met een hoogte gelijk of hoger dan die van de koelers, wordt de installatie afgeraden.
Koeler 2 en koeler 3 functioneren met een aanzienlijk hogere temperatuur door de verhoogde recirculatie. In dit geval moeten
speciale voorzorgsmaatregelen worden getroffen met betrekking tot de specifieke installatie (bijv. muren met roosters, verhoogde
installatie van het systeem op een onderstel, kanalen op de afvoer van de ventilatoren, hoge-draagkrachtventilatoren, enz.).
Alle bovenstaande gevallen liggen nog gevoeliger wanneer de ontwerpvoorwaarden in de buurt liggen van de
bedrijfsgrenzen van het systeem.
OPMERKING: Daikin kan niet aansprakelijk worden gesteld in geval van storingen veroorzaakt door de recirculatie van
hete lucht of van onvoldoende luchtstroom als gevolg van een onjuiste installatie, wanneer de bovenstaande
aanbevelingen genegeerd worden.
D-EIMAC01706-18_02NL- 12/35
Afb. 3 - Minimaal vereiste afstanden