6 | In bedrijf nemen
5.2.1
Boiler hydraulisch aansluiten
Installatievoorbeeld met alle aanbevolen ventielen en kranen
( afb. 9, pagina 74).
Pos.
Beschrijving
1
Boilervat
2
Be- en ontluchtingsventiel
3
Afsluitklep met aftapklep
4
Veiligheidsklep
5
Terugslagklep
6
Afsluiter
7
Circulatiepomp
8
Drukregelaar (indien nodig)
9
Controleklep
10
Terugslagventiel
11
Aansluiting voor manometer
AB
Uitgang warm water
EK
Ingang koud water
EZ
Ingang circulatie
Tabel 7 Installatievoorbeeld (
▶ Installatiemateriaal gebruiken dat tot 160 °C (320 °F) hittebestendig
is.
▶ Er mogen geen open expansievaten worden gebruikt.
▶ Bij drinkwater-verwarmingsinstallaties met kunststof leidingen me-
talen koppelingen gebruiken.
▶ Aftapleiding conform de aansluiting dimensioneren.
▶ Bouw geen bochten in de aftapleiding in, anders kan de installatie
niet goed gespuid worden.
▶ Bij gebruik van een terugslagklep in de aanvoerleiding naar de koud-
waterinlaat: veiligheidsklep tussen terugslagklep en koudwaterinlaat
inbouwen.
▶ Wanneer de rustdruk van de installatie hoger is dan 5 bar, een druk-
verminderaar inbouwen.
5.2.2
Veiligheidsklep installeren (niet meegeleverd)
▶ Installeer een, voor drinkwater toegelaten, veiligheidsklep ( DN20)
in de koudwaterleiding inbouwen ( afb. 9, pagina 74).
▶ Installatiehandleiding van het veiligheidsklep respecteren.
▶ De uitblaasleiding van het veiligheidsklep moet in het tegen bevrie-
zing beschermde gebied via een afwatering uitmonden, waarbij de
plaats vrij moet kunnen worden geobserveerd.
– De uitblaasleiding moet minimaal overeenkomen met de uitlaatdi-
ameter van de veiligheidklep.
– De uitblaasleiding moet minimaal het debiet kunnen afblazen, die
in de koudwaterinlaat mogelijk is ( tab. 4, pagina 4).
▶ Instructiebord met de volgende tekst op de veiligheidsklep aanbren-
gen "Uitblaasleiding niet afsluiten. Tijdens het verwarmen kan be-
drijfsmatig water ontsnappen."
Wanneer de rustdruk van de installatie hoger wordt dan 80 % van de aan-
spreekdruk van het veiligheidsklep:
▶ Drukverminderaar voorschakelen ( afb. 9, pagina 74).
Netdruk
Aanspreek-
(rustdruk)
druk veilig-
heidsventiel
6 bar
< 4,8 bar
5 bar
6 bar
8 bar
5 bar
8 bar
6 bar
7,8 bar
10 bar
Tabel 8 Keuze van een geschikte drukverminderaar
6 720 819 403 (2022/12)
afb. 9, pagina 74)
Drukverminderaar
in de EU
buiten de EU
niet nodig
max. 4,8 bar
niet nodig
max. 5,0 bar
niet nodig
max. 5,0 bar
niet nodig
5.3
Warmwatertemperatuursensor monteren
Monteer voor de meting en bewaking van de warmwatertemperatuur in
de boiler de warmwatertemperatuursensor in meetpunt [4]
( afb. 3, pagina 73).
▶ Warmwatertemperatuursensor monteren ( afb. 10, pagina 75).
Let erop, dat het sensorvlak over de gehele lengte contact heeft met
het dompelhulsvlak.
6
In bedrijf nemen
OPMERKING: Schade aan de installatie door overdruk!
Door overdruk kunnen spanningsscheuren in de emaille-
ring ontstaan.
▶ Uitblaasleiding van het veiligheidsklep niet afsluiten.
▶ Alle modules en toebehoren conform de instructies van de leveran-
cier in de technische documenten in bedrijf stellen.
6.1
Boiler in bedrijf stellen
Lekdichtheidstest van de boiler uitsluitend met drinkwa-
ter uitvoeren.
De testdruk mag aan de warmwaterzijde maximaal 10 bar (150 psi)
overdruk zijn.
▶ Leidingen en boiler voor de inbedrijfstelling grondig doorspoelen
( afb. 13, pagina 75).
▶ Voer de dichtheidstest uit ( afb. 12, pagina 75).
6.2
Eigenaar instrueren
WAARSCHUWING: Verbrandingsgevaar aan de tappun-
ten van het warmwater!
Tijdens de thermische desinfectie en wanneer de warm-
watertemperatuur is ingesteld boven 60 °C, bestaat ver-
brandingsgevaar aan de warmwatertappunten.
▶ Wijs de eigenaar erop, dat hij alleen gemengd water
gebruikt.
▶ Werking en gebruik van de cv-installatie en de boiler uitleggen en op
veiligheidstechnische aspecten wijzen.
▶ Werking en controle van de veiligheidklep uitleggen.
▶ Overhandig alle bijbehorende documenten aan de gebruiker.
▶ Aanbeveling voor de eigenaar: inspectie- en onderhoudscontract
met een erkend installateur of de dienst na verkoop My Service afslui-
ten. De boiler conform de gegeven onderhoudsintervallen
( tab. 9, pagina 7) onderhouden en jaarlijks inspecteren.
▶ Wijs de eigenaar op de volgende punten:
– Bij opwarmen kan water uit het veiligheidsklep ontsnappen.
– De uitblaasleiding van het veiligheidsklep moet altijd open wor-
den gehouden.
– Onderhoudsintervallen moeten worden aangehouden
( tab. 9, pagina 7).
– Aanbeveling bij vorstgevaar en kortstondige afwezigheid van
de eigenaar: boiler in bedrijf laten en de laagste watertempera-
tuur instellen.
W120-5 O