Nederlands
11 Met de grasmaaier werken
11.1
Grasmaaier vasthouden en lei‐
den
► Houd de duwstang met beide handen zodanig
vast dat de duimen de duwstang omsluiten.
11.2
Snijhoogte instellen
Er kunnen 7 snijhoogtes worden ingesteld:
– 30 mm = stand 1
– 40 mm = stand 2
– 50 mm = stand 3
– 55 mm = stand 4
– 65 mm = stand 5
– 70 mm = stand 6
– 80 mm = stand 7
De standen zijn op de grasmaaier aangegeven.
Snijhoogte instellen
► Schakel de motor uit.
Het mes mag niet draaien.
► Plaats de grasmaaier op een vlakke onder‐
grond.
► Trek de hendel (1) uit de uitsparing en zet
deze in de gewenste stand.
80
11 Met de grasmaaier werken
11.3
Maaien
► Duw de grasmaaier langzaam en gecontro‐
leerd vooruit.
11.4
Grasopvangbox ledigen
De door het mes gecreëerde luchtstroom tilt de
inhoudsindicatie (1) omhoog. Als de grasopvang‐
box is gevuld, stopt de luchtstroom. Als de lucht‐
stroom te gering is, zakt de inhoudsindicatie (1)
naar de rusttoestand terug. Dit is een indicatie
dat de grasopvangbox (2) moet worden gele‐
digd.
Van een onbeperkte werking van de inhoudsindi‐
catie (1) is alleen bij een optimale luchtstroom
sprake. Invloeden van buitenaf, zoals vochtig,
dicht of hoog gras, lage snijhoogte, vuil en der‐
gelijke kunnen de luchtstroom en de werking van
de inhoudsindicatie (1) negatief beïnvloeden.
► Als de inhoudsindicatie (1) naar de rusttoe‐
stand terugvalt: maak de grasopvangbox (2)
leeg.
► Schakel de motor uit.
0478-111-9650-A