Afb.72
7.3.2
Aansluiten van het expansievat
Tab.26
Volume van het expansievat afhankelijk van het volume van de installatie
Voordruk van het
expansievat
100
50 kPa
4,8
(0,5 bar)
100 kPa
8,0
(1 bar)
150 kPa
13,3
(1,5 bar)
7.3.3
Condensafvoerleiding aansluiten
Afb.73
2
7802094 - V02 - 13072023
5
MW-5000810-2
125
150
6,0
7,2
10,0
12,0
16,6
20,0
1
5. Monteer de circulatiepomp in de cv-retourleiding (circulatiepomp niet
meegeleverd).
1. Bepaal het volume van het expansievat afhankelijk van het volume
van de installatie.
2. Sluit het expansievat aan op de cv-retourleiding.
Inhoud van het expansievat voor de installatie
Inhoud van de installatie (in liters)
175
200
250
8,4
9,6
12,0
14,0
16,0
20,0
23,3
26,6
33,3
Geldigheidsbepalingen en -voorwaarden:
Veiligheidsklep geijkt op 0,6 MPa (6 bar).
Gemiddelde watertemperatuur: 70°C.
Aanvoertemperatuur verwarmingscircuit: 80°C.
Retourtemperatuur verwarmingscircuit: 60°C.
Vuldruk in het systeem lager of gelijk aan de voordruk in het
expansievat.
De condensafvoerleiding bevindt zich binnen in de ketel.
Blokkeer de condensafvoerleiding niet.
Het afschot van de afvoerleiding moet minimaal 30 mm per meter
bedragen bij een maximale horizontale lengte van 5 meter.
Loos het condenswater niet in een dakgoot.
Sluit de condensafvoerleiding aan volgens de geldende voorschriften.
Het wordt aangeraden om de neutraliseringsmiddelen voor
condenswater gebruiken die door de fabrikant worden aanbevolen.
1. Sluit een plastic slang aan op de condensafvoeruitgang (DN18) of een
buis (DN32).
2. Steek het andere uiteinde van de slang in een afvoerleiding voor
afvalwater.
Belangrijk
Behandel het condensaat in overeenstemming met de ter plaatse
geldende voorschriften.
300
> 300
14,4
Inhoud van de installatie x
0,048
24,0
Inhoud van de installatie x
0,080
39,9
Inhoud van de installatie x
0,133
7 Installatie
IX
57